Het Van Gogh Museum heeft samen met het Drents Museum een vroeg schilderij van Vincent van Gogh gekocht: Onkruid verbrandende boer uit 1883. Het stuk ging gisteren onder de hamer bij veilinghuis Sotheby’s New York.
Het kleine werk toont een eenzame figuur op een verlaten vlakte bij avondschemering, verlicht door een vuurtje. Van Gogh schilderde het in Drenthe, waar hij in het najaar van 1883 verbleef. Dit is een van de weinige schilderijen uit deze periode die bewaard zijn gebleven. Een ander ‘Drents’ schilderij, De Turfschuit, was al in het bezit van het Drents Museum.
Van Gogh verbleef in 1883 bijna drie maanden in Drenthe, waar hij diep onder de indruk was van het landschap met heide en veengrond. In zijn tekeningen en schilderijen probeerde hij de sfeer en de stemming van het platteland in de herfst vast te leggen. Hij schilderde meerdere landschappen in donkere kleuren, soms met werkende figuren. Uit zijn brieven blijkt dat hij tijdens zijn verblijf ten minste achttien studies schilderde, maar het merendeel daarvan is verloren gegaan.
Slechts vijf schilderijen uit Van Goghs Drentse periode zijn bewaard gebleven. Met de aankoop van dit werk bevinden zich nu alle ‘Drentse’ schilderijen in Nederlandse openbare collecties. Het Van Gogh Museum had er al drie en het Drents Museum dus één.
In een brief van 22 oktober 1883 aan zijn broer Theo maakte Vincent van Gogh schetsjes van vier schilderijen, waaronder Onkruid verbrandende boer. Hij schreef daarover het volgende: “Ziehier een paar avond effekten – ik zit nog steeds op dat onkruidverbrandertje, dat ik wat toon aangaat in een geschilderde studie beter heb dan vroeger, zóó dat het meer de grootheid der vlakte en het vallen van den avond geeft en ’t vuurtje ’t eenige lichtstipje is met ietwat rook. Ik ging er telkens s’avonds voor buiten kijken.”
Het aangekochte werk is een geslaagde poging van Van Gogh om dat avondeffect vast te leggen, aldus het Drents Museum en het Van Gogh Museum in een persbericht. “Onkruid verbrandende boer is een donker schilderij met kleuren die dicht bij elkaar liggen: door zich te concentreren op de lichtwerking wist Van Gogh er een interessante voorstelling van te maken. Het schijnsel van het vuur, de opstijgende rook, het licht dat op de handen en voet van de figuur valt en de schaduw die hij op het land werpt, zijn goed getroffen.”
In 1883 was Van Gogh pas een jaar aan het schilderen met olieverf en nog zoekende naar zijn stijl als schilder.
Het Van Gogh Museum en het Drents Museum betaalden samen, met steun van enkele fondsen, omgerekend ruim 2,8 miljoen euro voor het schilderij. Het werk zal wisselend in de musea te zien zijn. Het Drents Museum krijgt de primeur.