Het schilderij De bocht van de Herengracht (1671-72) van de zeventiende-eeuwse schilder Gerrit Berckheyde is officieel eigendom van het Rijksmuseum Amsterdam. Het museum kocht het vorig jaar al, maar de Amerikaanse bank JPMorgan Chase claimde het doek ook.
Het museum had het werk, dat ook wel De Gouden Bocht wordt genoemd, gekocht van de zakenman Louis Reijtenbach, maar deze zou volgens de Amerikaanse bank nog een lening van vijftig miljoen dollar moeten terugbetalen. In afwachting daarvan claimde zij het kostbare schilderij. Inmiddels heeft de bank de claim opgegeven. De financiële instelling zou een schikking hebben getroffen met Reijtenbach.
Het schilderij werpt een gedetailleerde blik op het voornaamste deel van de grachtengordel, dat al eeuwen bekend staat als De Gouden Bocht. Daar bouwde de Amsterdamse patriciërs tijdens de grote economische bloei in de eerste helft van de zeventiende eeuw hun imposante huizen. Behalve gedetailleerd is het schilderij ook verhalend, waardoor het volgens het Rijksmuseum zowel historisch als kunsthistorisch van groot belang is. Berckheyde besteedde bijvoorbeeld uitvoerig aandacht aan de nieuwbouw die aan de gracht plaatsvond: bouwlieden zijn druk in de weer en bouwmaterialen liggen verspreid op de kade. Het laatste pand aan de zuidzijde van de gracht staat zelfs nog in de steigers.
Het schilderij is te zien in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum, waar het hangt tussen andere zeventiende-eeuwse meesterwerken.