Na een lange winter is gisteren dan eindelijk officieel de lente van start gegaan. En direct valt het op dat de krokussen vanuit de bodem naar het voorjaarslicht kruipen. Ter viering van de lente toont het Rijksmuseum prenten en tekeningen van die andere karakteristieke bloemen: tulpen.
Het fleurige werk stamt uit de zeventiende- en achttiende eeuw en komt uit de eigen collectie van het museum. Een van de hoogtepunten is het zeventiende-eeuwse tulpenboek van Jacob Marrel. Complete tulpenboeken zijn zeldzaam en het exemplaar van Marrel maakt zelden deel uit van exposities.
Het tulpenboek van Marrel was waarschijnlijk een soort catalogus waaruit klanten hun tulpenbollen konden bestellen. De handel in tulpenbollen was in die periode erg lucratief, zoals wel blijkt uit het bloemenboek van de rijke weduwe Agneta Block uit omstreeks 1690. Daarin staat hoeveel zij voor één tulpenbol betaalde. De tulp Root en geel van Leyden kostte haar al 100 gulden en voor een bol van de Anvers telde ze zelfs 510 gulden neer. Ter vergelijking: een jaarsalaris van een zeventiende-eeuwse schoolmeester lag op 200 gulden.
Verder toont de presentatie verschillende kleurenprenten van tulpen, spotprenten op de tulpenbollenwindhandel en een prent die het menselijk leven vergelijkt met het kortstondige leven van een bloem.
Meesterwerken op papier: Tulpen in Amsterdam, t/m 1 juni in Rijksmuseum Amsterdam