0
0
Een zomers bosgezicht van Barend Cornelis Koekkoek (1803-1862) is gisteren bij Christie’s Amsterdam geveild voor 673.000 euro. Dat is de zevende veilingprijs ooit betaald voor een werk van Koekkoek, die ook wel ‘De Prins der Landschapsschilders’ werd genoemd.
Het schilderij kent een bijzondere geschiedenis. Voor de Tweede Wereldoorlog was het in bezit van de joodse zakenman J.A. van Bever. Tijdens de oorlog raakte hij het bosgezicht echter kwijt. Van Bever kwam om in Auschwitz en het schilderij leek lang van de aardbodem verdwenen. Totdat het recent opdook in het B.C. Koekkoek-Haus in het Duitse Kleef. De opbrengst wordt verdeeld over de erfgenamen van de oorspronkelijke eigenaar.
Tijdens de veiling Oude Meesters en negentiende-eeuwse schilderijen wisten twee musea hun collecties uit te breiden. Historisch Centrum Het Markiezenhof in Bergen op Zoom kocht het schilderij Kwakzalver op de Kermis van Matthijs Naiveu (1647-1726). “Een van de speerpunten van ons museum is de kermiscollectie”, verklaart directeur Wim Reijnders. “In de vaste opstelling hebben we een levensgroot beeld van een kwakzalver en daar kunnen we nu een schilderij bijhangen uit de periode dat dit soort wonderdokters actueel waren.”
Het Noordbrabants Museum in Den Bosch verwierf een bloemstilleven van Henriette Geertruida Knip (1783-1842). Directeur Charles de Mooij: “We hebben het schilderij aangekocht voor de speciale afdeling die wij in ons vernieuwde museum zullen wijden aan de Brabantse schildersfamilie Knip. En in onze collectie ontbrak eigenlijk alleen nog een belangrijk werk van Henriette Geertruida.”
