0
0
Expositie
Parijs, 1889: de Franse hoofdstad staat in het teken van de wereldtentoonstelling. In reactie op de gevestigde kunst die daar te zien is, organiseert een groep bevriende kunstenaars een eigen expositie in het café van de heer Volpini. Onder hen Paul Gauguin, die daar onder meer elf prenten toont, de zogenoemde Volpini-serie.
Andere deelnemers aan L’Exposition de Peintures du Groupe Impressioniste et Synthétiste in Café des Arts waren Charles Laval, Emile Bernard en Louis Anquetin. Het was de eerste gezamenlijke manifestatie van een groep kunstenaars die de geschiedenis in zou gaan als de School van Pont-Aven. Gauguin en zijn vrienden hadden het impressionisme en het realisme verworpen ten gunste van het synthetisme. Deze stijl kenmerkte zich door de vereenvoudiging van vormen en kleuren tot vlakke, ritmische patronen en golvende lijnen.
De prenten die Gauguin toonde in Café des Arts had hij gemaakt op aanraden van kunsthandelaar Theo van Gogh (broer van Vincent). Daarmee zou hij zijn schilderijen beter onder de aandacht kunnen brengen. De elf zinkografieën bevatten daarom de centrale thema’s in zijn werk: van de exotische landschappen van Martinique tot scènes uit Bretagne en Arles. Je zou de serie dus kunnen zien als een soort portfolio.
Het Van Gogh Museum verwierf deze Volpini-serie in 2004 en toont ze momenteel als kern van de expositie Paul Gauguin. De doorbraak naar moderniteit. Het museum toont ook ander werk van Gauguin en zijn vrienden dat te zien was in Café des Arts of dat een duidelijk verband heeft met de Volpini-serie.
Paul Gauguin. De doorbraak naar moderniteit, t/m 6 juni in het Van Gogh Museum, Amsterdam
