Expositie
Otto Dix (1891-1969) was het boegbeeld van de stroming ‘Neue Sachlichkeit’. Het Museum voor Moderne Kunst Arnhem wijdt een expositie aan deze Duitse kunstenaar. In de tentoonstelling Te waar om mooi te zijn – Kritisch realisme van Dix en co. staat de weergave van de menselijke figuur door Dix, zijn leerlingen en andere kunstenaars centraal.
In 1925 werd voor het eerst de term ‘Neue Sachlichkeit’ gebruikt als titel van een tentoonstelling van de Kunsthalle Mannheim. Hiermee werd een nieuwe stroming in de moderne kunst geïntroduceerd. Kenmerkend waren de emotieloze weergave van alledaagse onderwerpen en de voorkeur voor eenvoud. ‘Neue Sachlichkeit’ (Nieuwe zakelijkheid) was een verzamelbegrip voor een aantal verwante ontwikkelingen, waarvan de zogenaamde veristische, proletarisch kritische richting de bekendste is. De kunstenaar Otto Dix was daarvan het boegbeeld.
Otto Dix was in Dresden en Berlijn actief, naast Hannover en Karlsruhe de belangrijkste centra van de Neue Sachlichkeit. De menselijke figuur, en dan met name het (zelf)portret was voor hem het belangrijkste thema. Ook deze tentoonstelling concentreert zich op de weergave van het mensbeeld, met een accent op kunstenaars uit de omgeving van Dresden. Er zijn schilderijen en tekeningen van Dix en zijn leerlingen te zien, maar ook van kunstenaars die werkten in een vergelijkbare stijl, onder wie Conrad Felixmüller, Otto Griebel, Kurt Günther en Wilhelm Lachnit. Ook wordt er werk getoond van Chris de Moor, een Nederlandse kunstenaar die in 1928-1929 bij Dix op de academie heeft gewerkt en daar indringende portretten van hem heeft gemaakt.
Te waar om mooi te zijn – Kritisch realisme van Dix & Co, t/m 9 januari in Museum voor Moderne Kunst Arnhem