Één verdieping van het Mauritshuis in Den Haag is omgetoverd tot het woonhuis van het echtpaar Eijk en Rose-Marie de Mol van Otterloo. Wie deze woning betreedt ziet direct dat dit echtpaar graag mooie kunst om zich heen heeft. En dan met name kunst van Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw.
Het van oorsprong Nederlandse echtpaar – nu woonachtig in de Verenigde Staten – begon in 1974 met verzamelen, in eerste instantie antieke rijtuigen en Engelse sportprenten. Peter Sutton, de huidige directeur van het Bruce Museum in het Amerikaanse Greenwich bracht hen op het idee om Hollandse meesters uit de zeventiende eeuw te gaan verzamelen. Het echtpaar liet zich adviseren door Nederlandse deskundigen, waardoor er na verloop van tijd een fraaie verzameling ontstond.
De collectie wordt nog steeds aangevuld met schilderijen van hoge kwaliteit. In 2005 werd het Portret van Aeltje Uylenburgh (1632) van Rembrandt aangekocht. Volgens het echtpaar zelf is dit “de parel in de kroon” van de verzameling. En het was “liefde op het eerste gezicht” toen ze Rustend hondje (1650) van Gerrit Dou ontdekten. In 2008 en 2009 kocht het echtpaar nog topstukken van Aert van der Neer, Esaias van de Velde, Gabriël Metsu, Salomon de Bray en Pieter Claesz aan.
Deze en meer topstukken (in totaal 44) van Hollandse meesters uit de Gouden Eeuw zijn de komende maanden te bewonderen in het Mauritshuis. Omdat veel van de schilderijen uit de verzameling destijds gemaakt zijn voor woonhuizen, komen ze goed tot hun recht in het museum. Dat pand werd immers ooit gebouwd als woonhuis van Johan Maurits (1604-1679), graaf van Nassau-Siegen.
Made in Holland, oude meesters uit een Amerikaanse privéverzameling, t/m 30 januari in het Mauritshuis, Den Haag