Volgens de heersende opinie zou Vincent van Gogh (1853-1890) zijn broer Theo nooit hebben geschilderd, maar het Van Gogh Museum denkt daar nu anders over. Onderzoek heeft uitgewezen dat één van de vele ‘zelfportretten’ van Vincent van Gogh een portret is van zijn vijf jaar jongere broer.
Het uiterlijk van de man op het portret uit 1887 bleek op een aantal punten opvallend te verschillen met dat van Vincent. De geportretteerde had net als Theo een ronde oorschelp, iets wat Vincent niet had. Ook de vorm en kleur van Theo’s baard – meer oker in plaats van rood – doen vermoeden dat de man toch Vincents broer en steun en toeverlaat is. Ook de kleur ogen en de kledingstijl ondersteunen deze aanname.
Dit portret is één van de bijna honderd schilderijen van Van Gogh uit zijn Antwerpse en Parijse periode die het Van Gogh Museum intensief heeft onderzocht. Over deze tijd was voorheen minder bekend omdat Van Goghs correspondentie met zijn broer Theo stilviel. In Parijs woonden de broers immers samen.
In de zomertentoonstelling Van Gogh in Antwerpen en Parijs, die vandaag opent, komen 54 van de onderzochte werken voorbij. Ze zorgen voor nieuwe inzichten. Zo bleek de aanname dat Van Goghs versleten arbeidersschoenen nog uit zijn vroege tijd in Nuenen zouden stammen, onjuist. Het onderzoekersteam, onder leiding van Louis van Tilborgh, ontdekte dat het schilderij van latere datum moet zijn omdat onder het werk een Parijs stadsgezicht verborgen blijkt te zitten.
Ook kwam het team erachter dat de locatie van het park dat Van Gogh afbeeldde in zijn bekende De Tuin der geliefden niet in het dorp Asnières ligt, zoals werd gedacht, maar in het Parijse Montmartre. En de vogel in Van Goghs Korenveld met leeuwerik, bleek een patrijs.
Van Gogh in Antwerpen en Parijs: Nieuwe inzichten, t/m 18 september in het Van Gogh Museum, Amsterdam