Verzamelen is een van de kerntaken van een museum. Particulieren spelen daarbij vaak een belangrijke rol. Ook het Dordrechts Museum heeft veel te danken aan verzamelaars. De openingstentoonstelling in de nieuwe vleugel van het museum is daarom gewijd aan hen.
Aan verzamelaars als Leendert Dupper, Willem van Bilderbeek en Hidde Nijland dankt het museum onder meer de sterke collectie negentiende-eeuwse schilderkunst met topstukken van Breitner, Weissenbruch en Toorop. Leendert Dupper (1799-1870) wordt wel de ‘herschepper’ of ‘eigenlijke stichter’ genoemd van het in 1842 opgerichte Dordrechts Museum. Bij zijn dood in 1870 liet hij enkele eigentijdse werken na aan het museum, alsmede het indertijd enorme geldbedrag van 100.000 gulden.
De Dordtse notaris Willem Hendrik van Bilderbeek (1855-1918) was een verwoed verzamelaar en kocht zijn schilderijen dikwijls direct van Breitner, Blommers, Mastenbroek en andere kunstenaars. Zijn verzameling liet hij na aan de Staat der Nederlanden en na 1951 werd de collectie opgenomen in het Dordrechts Museum.
Ook Hidde Nijland (1856-1931) verzamelde vol passie. Van Jan Toorop, met wie hij goed bevriend was, bezat hij meer dan dertig werken. Ook verzamelde hij tekeningen en schilderijen van kunstenaars uit de Haagse School, maar vooral van G.H. Breitner en Vincent van Gogh. Nijland was van 1907 tot 1915 voorzitter van de Vereniging Dordrechts Museum. Na zijn dood liet hij enkele belangrijke werken na aan het Dordrechts Museum.
Ook nu nog zijn er verzamelaars die zich betrokken voelen bij het Dordrechts Museum. Een van hen omschrijft zijn passie als volgt: “Kunst kan je niet bezitten, je moet het verzorgen en koesteren. Schilderijen kunnen vreugde verschaffen, geluk, troost in melancholieke momenten en steeds weer wijzen op schoonheid. Want alleen daar gaat het over: de schoonheid die de schilders zagen en die wij, door hun schilderijen, steeds opnieuw kunnen zien.”
Verzamelaars in Dordrecht, t/m 24 oktober in het Dordrechts Museum