Vanwege grootschalige diefstal van de gouden ossenkoppen in het centrum van Oss heeft Museum Jan Cunen besloten de kunstwerken te verwijderen. De installatie van Ottmar Hörl, bestaande uit 150 gouden ossenkoppen, zou nog tot en met 24 juli te zien zijn in Oss, maar is vandaag afgebroken. Sinds de onthulling van de installatie, op 26 juni, zijn er vijftien koppen gestolen.
“Kunst in de openbare ruimte roept verschillende reacties op, een illegale variant hiervan is het stelen van kunstwerken”, aldus kunstenaar Ottmar Hörl. Hij begrijpt dat het museum de keuze maakt om de tentoonstelling eerder te beëindigen na vijftien gevallen van diefstal.
Directeur Nicolette Bartelink van Museum Jan Cunen betreurt het dat de installatie is afgebroken. Vooral omdat de installatie zichzelf bekostigt. “De vraag van potentiële eigenaren naar gouden ossenkoppen is groot. Er zijn nu nog net voldoende ossenkoppen over om hieraan te voldoen. Ik wil duidelijk maken dat de dieven dus vooral de rechtmatige eigenaren duperen, zij betalen 275 euro voor een ossenkop. Kopers van een gouden ossenkop krijgen bij de aanschaf een certificaat van echtheid. Mochten er ossenkoppen aangeboden worden zonder certificaat, dan is het een gestolen exemplaar.” Het museum heeft aangifte gedaan bij de politie.
De ossenkoppen die aan de gevel van Museum Jan Cunen hingen, zijn binnen in het museum te bezichtigen. Op de wand van MSD blijven als uitzondering voorlopig twee ossenkoppen hangen, vanwege de link met de tentoonstelling Made in Oss. Van vee tot MSD. Deze tentoonstelling over de industriële geschiedenis van Oss is nog tot 20 november 2011 te bezoeken in Museum Jan Cunen en Stadsarchief Oss.