Günter Tuzina (1951) heeft al vele jaren een goede band met het Gemeentemuseum Den Haag; verschillende generaties directeuren verzamelden zijn werk. Dit resulteerde in de omvangrijkste museale collectie van Tuzina’s werk ter wereld. Onlangs verwierf het museum nog zijn grootste vloerreliëf Zwart, blauw, groen uit 1991. Dat is de aanleiding voor een nieuwe expositie in de projectenzaal. Het beeld wordt omringd door een selectie van schilderijen en tekeningen uit de museumcollectie.
Net als Piet Mondriaan dat was, is Tuzina op zoek naar de grens van de menselijke precisie. Waar Mondriaan zich richtte op het zo perfect en recht mogelijk laten ogen van zijn horizontale en verticale lijnen, speelt Tuzina juist met de imperfectie van de met de hand getrokken lijn. Deze is daardoor nooit geheel scherp en perfect rechtlijnig.
Met de horizontale, de verticale en de diagonale lijn, de rechthoek en het vierkant en een beperkt scala aan kleuren maakt hij fascinerende vorm- en lijncombinaties, soms direct op de muur, maar meestal op doek en papier. Aanvankelijk beperkte hij zich tot het betekenen en beschilderen van muren, maar zijn beeldtaal werd steeds uitgebreider.
Door zijn fascinatie voor ruimte breidde hij zijn oeuvre in eerste instantie uit met wandreliëfs, waarvan het Gemeentemuseum een heel vroeg voorbeeld in bezit heeft. In de jaren ‘80 maakte hij ook een aantal vloerreliëfs. Tuzina blijft ook in zijn sculpturen trouw aan zijn idee dat de menselijke maat zichtbaar moet zijn in een kunstwerk. Zijn beelden hebben bijvoorbeeld schuine randen die verwijzen naar de tegenstelling met kaarsrechte hoeken van industrieel vervaardigde objecten.
Günter Tuzina, t/m 13 november in Gemeentemuseum Den Haag