Het Van Gogh Museum presenteert van 2 februari tot en met 23 september de expositie Schoonheid in veelvoud. Uit de eigen prentenverzameling toont het circa honderd belangrijke werken, van onder anderen Bonnard, Gauguin en Toulouse-Lautrec.
In de jaren 1890-1905 was Parijs in de ban van een ware rage: de prentkunst. Bijna alle Franse kunstenaars van dat moment experimenteerden met lithografie, ets of houtsnede als artistiek expressiemiddel. De grondleggers van de prentkunstrage waren tijdgenoten en vrienden van Vincent van Gogh. De prentrevolutie zou echter pas tot volle bloei komen na het overlijden van Van Gogh in 1890.
Het Van Gogh Museum beheert een belangrijke collectie van ongeveer 1300 prenten die deze bloeiperiode van de prentkunst in volle glorie laat zien. In navolging van Vincent van Gogh en zijn broer Theo heeft het museum al vanaf het begin prenten verzameld, eerst nog op bescheiden schaal. De verwerving van een bijzondere prentenverzameling met circa duizend werken uit het fin de siècle in het jaar 2000 betekende echter een sterke uitbreiding. De collectie is inmiddels een van de beste ter wereld op dit gebied.
De tentoonstelling markeert de verschijning van de eerste volwaardige publicatie over de prentencollectie van het museum: Prentkunst in Parijs. De rage van het fin de siècle. De prenten uit deze deelcollectie worden vanwege hun kwetsbaarheid zelden getoond en zijn niet eerder zo uitgebreid beschreven.