Aan de hand van zeventig schilderijen geeft het Van Gogh Museum een overzicht van het symbolistische landschap in Europa. Het is voor het eerst dat er aan dit genre een expositie gewijd wordt.
Het symbolisme was tussen circa 1880 en 1910 een toonaangevende stroming in de schilderkunst. Hoewel ze vooral bekend staat om de psychisch geladen voorstellingen van de menselijke figuur, was ook het landschap een belangrijk onderwerp. In tegenstelling tot de impressionisten, die de waarneembare werkelijkheid schilderden, zochten de symbolisten in de natuur de expressie van hun eigen emoties, ideeën en dromen. In hun ‘landschappen van de ziel’ verbeeldden zij hun visie op de dood, oneindigheid en de kosmos, gevoelens van nationalisme of ideeën over de wetenschap en moderne tijd.
Het Van Gogh Museum bezit werk van belangrijke symbolisten als Paul Gauguin en Odilon Redon en beheert de grootste collectie ter wereld van Vincent van Gogh, die vaak als vroege symbolist wordt beschouwd. Ook zijn werk komt aan bod in de expositie, die een breed gebied bestrijkt, van voorlopers van het symbolisme als Böcklin en Whistler, tot Mondriaan en Kandinsky als pioniers van de abstractie. Behalve voor werk van grote namen is er ook aandacht voor dat van minder bekende kunstenaars uit bijvoorbeeld Scandinavië en Oost-Europa.
Het Van Gogh Museum toont naast werk uit eigen collectie ook bruiklenen uit musea en privécollecties. Dat is vaak nog niet eerder in Nederland tentoongesteld.
Dreams of nature – Symbolisme van Van Gogh tot Kandinsky, t/m 17 juni in het Van Gogh Museum, Amsterdam