0
0
Klaas Gubbels (1934) is vooral bekend om zijn afbeeldingen van koffiekannen en tafels. Zijn fascinatie voor deze voorwerpen begon het toen hij op de kunstacademie stillevens maakte van een burgerlijke, geëmailleerde ketel. Juist dit burgerlijke heeft Gubbels’ interesse; hij wil in zijn kunstwerken iets met het ‘het saaie’ doen. Slot Zeist wijdt een expositie aan deze Nederlandse kunstenaar.
Gubbels werkt intuïtief en spontaan. Hij noemt dit ‘direct werken’: het in één keer op het doek aanbrengen van de verf, soms ondersteund door een met houtskool aangegeven contour van het object. Schilderen is voor hem een gedisciplineerde en secure bezigheid. “Ik ben een chaoot, behalve in het schilderen, dan ben ik uiterst geconcentreerd bezig.” Waar het Gubbels uiteindelijk om te doen is, is het weergeven van krachtige vormen en de soberheid daarvan, in weerbarstige kleuren.
De titel van de tentoonstelling verwijst naar het boek Aan mijn grote vriend Georg Baselitz. Daarin vertelt Gubbels over zijn serie van 27 olieverfschilderijen van koffieketels (en enkele stoelen of een verdwaald kopje) waarvan er steeds één ondersteboven staat. De Duitse kunstenaar Georg Baselitz werd beroemd met zijn schilderijen waarin het onderwerp op zijn kop staat afgebeeld. Ook Gubbels speelt daarmee.
Klaas Gubbels – “aan mijn grote vriend Georg Baselitz”, t/m 10 juni in Slot Zeist
