0
0
Tassen in de vorm van een champagnekoeler, een koets, een telefoon of een sinaasappel, Tassenmuseum Hendrikje laat zien dat tassen in allerlei vormen voorkomen. En dat dat niet iets is van de laatste tijd.
Al in de negentiende eeuw werden tassen gemaakt met afwijkende vormen. Door industriële revolutie werd het mogelijk om tassen in aparte vormen en van ongebruikelijke materialen te maken. Een voorbeeld hiervan is een tas van papier-maché in vorm van een Griekse vaas.
Modeontwerpers en merken kwamen in de twintigste eeuw op en gingen naast de kleding ook tassen ontwerpen om hun merk te versterken. De modeontwerpster Elsa Schiaparelli baarde als een van de eersten opzien in de jaren dertig met haar surrealistische modeaccessoires en tassen. In die jaren werden meer tassen gemaakt met afwijkende modellen, zoals de onderarmtas in de vorm van het luxueuze Franse cruiseschip de Normandie. Tijdens de eerste reis van Frankrijk naar de Verenigde Staten in 1935 ontvingen alle passagiers van de eerste klas een exemplaar.
Als reactie op de sobere oorlogsjaren en op de beperkingen van het gebruik van diverse materialen werden na de Tweede Wereldoorlog tassen vervaardigd die de aandacht trokken door materiaalgebruik en vorm. Tassen kregen bijvoorbeeld de vorm van een hond, aap, olifant, kikker, auto, klok, tijdschrift of huis. Veel van deze rages kwamen uit de Verenigde Staten waar diverse bedrijven zich toelegden op vervaardiging van tassen in opmerkelijke vormen. Hedendaagse Amerikaanse ontwerpers als Judith Leiber, Timmy Woods en Kathrine Baumann bouwen voort op deze stijl met tassen in de vorm van een theepot of blikje cola.
Buitengewoon, 18 september t/m 10 maart in Tassenmuseum Hendrikje, Amsterdam
