De Amerikaanse fotograaf Arnold Newman (1918-2006) slaagde erin om vele beroemdheden voor de lens te krijgen, onder wie Marilyn Monroe, Igor Stravinsky, Pablo Picasso en John F. Kennedy. Nog een kleine maand is een selectie van diens foto’s te zien in Fotomuseum Den Haag.
Hoewel Newman ook kleurenfoto’s maakte, is hij vooral bekend geworden door zijn zwart-witfoto’s van beroemdheden. Het was overigens niet zijn streven om louter bekende mensen te fotograferen. Boven alles wilde hij foto’s maken die een verhaal vertellen, die prikkelen en de toeschouwer intrigeren. Newman verwierf niet alleen naam met zijn portretfoto’s, maar ook met stillevens en abstracte werken.
Wereldberoemd zijn de portretten die Newman in 1942 van Piet Mondriaan in diens New Yorkse atelier maakte. De Nederlandse schilder poseerde maar zelden op een dergelijke manier voor een andere kunstenaar en de fotosessie verliep dan ook niet geheel vlekkeloos. De eerste opnamen mislukten door een combinatie van een halfdove Mondriaan en de te harde jazzmuziek op de achtergrond. Mondriaan verstond daardoor Newmans aanwijzingen niet altijd.
Een ander bijzonder portret is dat van Otto Frank, de vader van Anne Frank. Newman ontmoette hem in 1960 toen hij samen met zijn vrouw een bezoek bracht aan Nederland. Frank was op dat moment in Amsterdam ter gelegenheid van de opening van het Anne Frank Huis. Na het zien van Newmans foto’s stemde hij toe om te poseren in het achterhuis, de plek waar de familie Frank zich jarenlang voor de nazi’s had schuilgehouden. Het resultaat is een indrukwekkende foto van een duidelijk aangeslagen Otto Frank.
Arnold Newman – Masterclass, t/m 13 januari 2013, in Fotomuseum Den Haag