0
0
Museum Boijmans Van Beuningen heeft van Vereniging Rembrandt 600.000 euro gekregen voor de aankoop van een vijftiende-eeuws drieluik uit een Italiaanse privécollectie. Het werk is nog tot en met 10 februari te zien op de expositie De weg naar Van Eyck, in datzelfde museum.
Het driedelige paneel met de balseming van het lijk van Christus werd tijdens de voorbereiding van deze tentoonstelling ontdekt door Stephan Kemperdick, conservator van de Gemäldegalerie in Berlijn, en Friso Lammertse, samensteller van de tentoonstelling. De voorstelling op het tot dan toe volledige onbekende drieluik lijkt volgens het museum uniek in de vroege Nederlandse schilderkunst.
De combinatie met de Heilige Antonius, die bij ziektes werd aangeroepen en de schutspatroon van vele hospitalen was, doet vermoeden dat het drieluik mogelijk voor een Antoniushuis of ziekenhuis is gemaakt. Het opvallende gouden kruis op de kleding van Johannes de Doper zou eveneens op een hospitaalorde kunnen wijzen. Het paneel is goed bewaard gebleven. Het lichaam van Christus is echter nogal beschadigd, wat mogelijk komt doordat het veelvuldig is aangeraakt of gekust.
Het triptiek wijst volgens Boijmans op verschillende manieren vooruit op de kunst van Jan van Eyck, zoals met de salamanders, symbool van de verrijzenis van Christus, die ook te vinden zijn op de Drie Maria’s aan het graf van Van Eyck, al in het bezit van het museum. De zes ton die Vereniging Rembrandt voor de aankoop heeft gedoneerd, legt een stevig fundament voor de daadwerkelijke aankoop van dit werk, aldus het museum. Als de aankoop slaagt, wordt het drieluik blijvend getoond naast het Norfolk-triptiek, dat rond 1415 gemaakt werd in Maastricht of Luik, en de Drie Maria’s aan het graf, de enige Van Eyck in Nederlands bezit.
