0
0
Huis Doorn blijft definitief open voor het publiek. Vanaf zondag 19 mei is de laatste woning van de laatste Duitse keizer Wilhelm II weer zes dagen per week geopend. Dat heeft het museum vanmiddag bekendgemaakt.
Na de korting die de overheid met ingang van 1 januari van dit jaar doorvoerde op het subsidiebudget werd er gevreesd dat Huis Doorn zijn deuren voor het publiek moest sluiten. Inmiddels heeft het museum een reorganisatie doorgevoerd. Ongeveer 150 vrijwilligers nemen de rol over van de vaste krachten die ten gevolge van de bezuinigingen hun baan verloren.
Wel is het noodzakelijk dat het bezoekersaantal (nu 25.000 per jaar) omhoog gaat, wil het museum voldoende kunnen verdienen. Om dat te bereiken wil Huis Doorn zich presenteren als plaats van herinnering voor de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Als plaats van herinnering zal Huis Doorn een platform bieden voor discussie over Europese waarden die uit de Eerste Wereldoorlog zijn voortgekomen, zoals tolerantie, vrijheid, democratie en mensenrechten.
Huis Doorn is een toepasselijke locatie voor een herdenkingscentrum voor de Eerste Wereldoorlog. Keizer Wilhelm II, die van 1920 tot zijn dood in 1941 in het huis woonde, was namelijk één van de hoofdrolspelers in deze oorlog. Na het einde daarvan trad hij af en ging hij in ballingschap in het neutrale Nederland.
Volgend jaar is het een eeuw geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak en in heel Europa wordt dat herdacht. In een nieuwe expositieruimte – in de destijds voor de keizerlijke auto’s bestemde garage – zal Huis Doorn aandacht schenken aan de betekenis van de Eerste Wereldoorlog voor het huidige Europa. De Duitse ambassade heeft hiervoor eenmalig financiële steun toegezegd. Voor de ontwikkeling en uitvoering van andere plannen gaat het museum samenwerken met Paleis Het Loo.
