Boëtius (Bote) en Schelte à Bolswert, twee Bolswarder broers, trokken aan de vooravond van de Gouden Eeuw naar Amsterdam en later naar Antwerpen. Zij werden daar meesters in de kunst van de kopergravure. Het Titus Brandsma Museum in hun geboorteplaats eert hen deze zomer met een expositie.
De broers werkten in Amsterdam nauw samen met schilders als David Vinckboons, Gillis van Coninxloo, Michielt van Mierevelt en Abraham Bloemaert. Niet tevreden met hun situatie verhuisden zij in 1617 naar Antwerpen. Daar wisten zij snel een plaats te verwerven tussen de succesvolste graveurs van de Zuidelijke Nederlanden.
Schelte, de jongste van de twee, werd door een tijdgenoot zelfs “den principaelsten meester van Antwerpen” genoemd. En ook kunstenaars waren onder de indruk van hun talent. Zo selecteerde niemand minder dan Peter Paul Rubens hen om zijn schilderijen over te brengen in prent. En ook werkten ze voor Anthony van Dyck.
Het Titus Brandsma Museum toont honderd gravures van de broers. Het is voor het eerst dat er een overzichtstentoonstelling aan hen wordt gewijd.
Van Bolswert naar Antwerpen. Gouden Eeuw gravures naar Bloemaert, Rubens en Van Dyck, t/m 7 september in het Titus Brandsma Museum, Bolsward