Recensie
Hoewel Vincent van Gogh tijdens zijn leven slechts één schilderij verkocht, liet hij in betrekkelijk korte tijd een niet minder dan imposant oeuvre na: ruim 860 schilderijen en bijna 1200 tekeningen en prenten. Hoe hij te werk ging is nu te ervaren in het Van Gogh Museum, dat met de tentoonstelling Van Gogh aan het werk diens veertigste verjaardag viert.
De expositie brengt het publiek dichter bij Van Gogh dan ooit tevoren. Want dat ziet behalve zo’n 200 werken ook enkele persoonlijke bezittingen van de kunstenaar. Heel bijzonder is zijn enige bewaard gebleven palet. De houten plank is bezaaid met dikke verfklodders, alsof Vincent hem niet lang geleden nog heeft gebruikt. Ook een veldezel, die hoogstwaarschijnlijk aan hem heeft toebehoord, is te zien.
Een dergelijke ezel gebruikte Van Gogh als hij in de buitenlucht schilderde. Misschien stond het doek waarop hij in 1882 de Nettenboetsters vereeuwigde wel op dit exemplaar. Dat hij dat werk buiten heeft gemaakt, is zeker, want onderzoekers hebben zand aangetroffen in de verflaag. Bezoekers kunnen door een microscoop zelf verfmonsters bekijken waarin zandkorrels te zien zijn.
Aan de tentoonstelling ging acht jaar onderzoek naar Van Goghs werkwijze vooraf, en dat leverde veel inzichten op. Bijvoorbeeld over zijn materiaalgebruik. Zo blijkt hij doek gedeeld te hebben met zijn bevriende collega Anton van Rappard. Diens Wever – te zien op de tentoonstelling naast een Wever van Van Gogh – is op hetzelfde soort doek geschilderd dat Van Gogh veel gebruikte in Nuenen. Soms had hij een gebrek aan doek en dan schilderde hij over een voorstelling heen. Onder het schilderij Schoenen (1886) gaat een uitzicht vanuit Theo’s Parijse appartement schuil. Over dat werk was de schilder blijkbaar niet heel tevreden. In de zomer van 1887 besloot hij ook achterkanten van schilderijen te gebruiken. Het museum toont in vitrines drie doeken die aan beide zijden zijn beschilderd. Opvallend genoeg vertoont één kant steeds een zelfportret.
In totaal maakte Van Gogh 39 zelfportretten. Het meest toepasselijke voorbeeld op deze expositie is Zelfportret als schilder, uit 1888. Dit is een van de weinige zelfportretten waarin hij zichzelf als een schilder afbeeldde, met een palet en penselen achter een doek. Het portret is een van ongeveer 200 werken op de expositie, verspreid over de vier verdiepingen van het Rietveldgebouw.
Met zoveel werken bij elkaar valt pas goed op hoe veelzijdig Van Gogh was. Het in alle opzichten donkere schilderij De aardappeleters lijkt in niets op de uiterst lichte en zomerse voorstelling Impasse des Deux Frères (1887). Hij was niet wars van stijlexperimenten. Het schilderij Brug in de regen, naar een prent van de Japanse kunstenaar Hiroshige heeft bijvoorbeeld een hoog stripachtig karakter. Later zou hij meer impressionistisch gaan werken en zijn allerlaatste, niet voltooide, werk (Boomwortels uit 1890) was juist heel abstract. Vincent van Gogh was een groot vakman, die niet bang was voor vernieuwing. Van Gogh aan het werk, een zeer geslaagde jubileumexpositie, toont dit overduidelijk aan.
Van Gogh aan het werk, t/m 12 januari 2014 in het Van Gogh Museum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@