0
0
Nieuws
Schilder Herman Heijenbrock richtte in 1923 in Amsterdam het Museum van den Arbeid op. Negentig jaar, twee namen en verschillende koersen later heet het museum Science Center NEMO. Ter ere van de negentigste verjaardag is het morgen, zondag 8 december, open van 9.00 tot 21.00 uur en kost de toegang slechts negentig cent.
In het Museum van den Arbeid bracht industrieschilder Heijenbrock zijn grote verzameling objecten en schilderijen onder. Ook bracht hij daar zijn enthousiasme voor technologie over op jonge bezoekers. Mede door de economische crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog kon het museum niet uitgroeien tot een serieus nationaal technisch museum. In de wederopbouwjaren na de Tweede Wereldoorlog werd de vaderlandse industrie gezien als dé motor achter economische groei. Een nieuw bestuur en een nieuwe directeur, W. Heldoorn, zochten naar een nieuwe naam voor het Museum van den Arbeid. Dit werd het Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek (NINT).
Het NINT wilde kinderen enthousiast te maken voor industrie en technische beroepen. De tentoonstellingen bootsten industriezalen na met foto’s, producten, modellen en schema’s. In de jaren zeventig nam de maatschappelijke kritiek op technologie en industrie sterk toe. Het aandachtsgebied van NINT verschoof daarom naar natuurkunde, chemie, techniek en het nieuwe fenomeen computers.
Na 1979 kwam er meer aandacht voor Amerikaanse voorbeelden van science centra waarin speelsheid een leidend thema was om kinderen kennis te laten maken met techniek. Een nieuw directieteam introduceerde begin jaren tachtig wetenschapstheater en een technische speeltuin voor zeer jonge kinderen.
In de loop der jaren werd de Rozengracht verruild voor de Tolstraat en die weer voor de huidige locatie bovenop de IJtunnel. Daar opende in 1997 het karakteristieke groene schipvormige gebouw onder de naam NewMetropolis. Opnieuw voer het museum een nieuwe koers. Het wilde bezoekers van alle leeftijden nieuwe vaardigheden leren via spellen en interactieve tentoonstellingsobjecten.
Het verwachte succes bleef uit, waarna het museum andermaal een andere weg insloeg. Sinds 2000 heet het Science Center NEMO. Jong en oud kan er kennismaken met wetenschap door er zelf mee aan de slag te gaan. De nieuwe koers blijkt een juiste, want NEMO trekt ruim een half miljoen bezoekers per jaar.
