Expositie
Het Stedelijk Museum Schiedam toont werk van de genomineerden voor de Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2014. De prijs wordt voor de achtste keer uitgereikt en ditmaal zijn vijf kunstenaars van rond de 35 jaar genomineerd, die allen werkzaam zijn in Nederland.
Vijf specialisten uit de kunstwereld hebben ieder één kunstenaar voorgedragen. Econoom en verzamelaar Alexander Ramselaar koos voor Giorgio Andreotta Caló (1979). “De cyclus van leven en dood, natuurlijke krachten, mysterie, schoonheid en vergankelijkheid – het aardse leven gevangen in een installatie.” Zo beschrijft Ramselaar het werk van deze in Venetië geboren kunstenaar.
Caló toont het verstrijken van de tijd. Dat de tijd zelf onzichtbaar is, ondervangt hij door samen te spelen met natuurkrachten. Vaak is dat water. Toen hij in 2010 zijn atelier op de Rijksakademie vol liet lopen in een krachtmeting met het waterniveau in onze lage landen, begaf een raam het. De vrijgekomen watermassa veroorzaakte een ravage, bruut herinnerend aan het belang van onze waterkeringen.
“Een bijzonder grote dosis fantasie, gecombineerd met technisch vernuft en schoonheid” is volgens Anna van Leeuwen, hoofdredacteur van Kunstbeeld eigen aan het werk van Floris Kaayk (1982). En daarom nomineerde zij hem. Kaayk verspreidt fictieve documentaires, waarin dromen en utopieën ruim baan krijgen. In het online project Human Birdwings (2011-2012) stijgt een man op als een vogel, een zelfgebouwde vliegerachtige vleugel op zijn rug. De filmpjes gingen de hele wereld over. In Nederland werd er driftig over gespeculeerd bij De Wereld Draait Door, waarin Kaayk zichzelf uiteindelijk ontmaskerde als alter ego van de uitvinder Jarno Smeets.
Sue-an van der Zijpp, conservator hedendaagse kunst van het Groninger Museum vindt dat Maartje Korstanje (1982) de prijs verdient. Met hun grillige uitsteeksels en vertakkingen nemen de grote sculpturen van Maartje Korstanje vaak een complete ruimte in beslag. Natuurlijke kleuren zoals bruin en groen overheersen; haar sculpturen zijn organische gestalten. Karkassen, boomstronken of zeewezens kun je erin zien, weggesleept of opgediept uit kelder, bos en oceaan. Ze zoekt graag het schemergebied op, daar waar schoonheid een gruwelijk randje krijgt en waar de twijfel opspeelt. Is het net doodgegaan of komt het juist net tot leven? kan de toeschouwer zich afvragen.
Emmeline de Mooij (Delft, 1978) werd genomineerd door collega-kunstenaar Folkert de Jong. De Mooij roept met haar werk een wereld op van gedachten en gevoelens. Een innerlijke wereld, waarin zichtbaar wordt dat we ons van alles in het hoofd kunnen halen en elkaar en onszelf enorm in de weg kunnen zitten. Ze maakt ruimtelijke installaties en performances. Haar werk vult muren en vloeren. Metersgrote fotoprints nemen bijvoorbeeld een wand in beslag, die door toevoegingen van gips of papier-maché uitgroeit tot een reliëf. Op de vloer ervoor staan dan grote sculpturen, die als theaterstukken een rol kunnen spelen in performances.
Edwin Jacobs, tenslotte, koos Emma van der Put (1988). De directeur van het Centraal Museum is gefascineerd door de bij Van der Put zichtbare visie “dat beelden te manipuleren zijn”. Van der Put heeft oog voor het theatrale, dubbelzinnige en mysterieuze in alledaagse situaties. Zij maakt films zonder scenario of filmset. Ze ensceneert niets, maar observeert met haar camera de omgeving. Dit kan een stadje zijn in de Ardennen, Godinne genaamd, waar ze naar kijkt vanaf een bergtop die 260 meter hoger ligt. De wereld wordt een maquette die tot leven komt.
De Volkskrant Beeldende Kunst Prijs wordt uitgereikt in samenwerking met de NTR, het BNG Cultuurfonds en Stedelijk Museum Schiedam. De winnaar wordt op 13 april tijdens een speciale uitzending van NTR Kunststof TV bekendgemaakt door juryvoorzitter Sanne Wallis de Vries. Aan prijs is een geldbedrag verbonden van 10.000 euro.
De Volkskrant Beeldende Kunst Prijs 2014, t/m 11 mei in Stedelijk Museum Schiedam