Expositie
Jacob Cornelisz van Oostsanen (1470-1533) was in zijn tijd een gevierd kunstenaar en wordt gezien als de eerste Hollandse meester. Vijf eeuwen na zijn glorierijke carrière zijn tientallen kunstwerken uit gerenommeerde musea van over de hele wereld teruggekeerd naar Nederland. Ze zijn te zien op een tentoonstelling in Amsterdam Museum en Stedelijk Museum Alkmaar.
Van Oostsanen is de eerste Amsterdamse kunstenaar die we bij naam kennen. Hij was een tijdgenoot van Albrecht Dürer en Lucas van Leyden, en leermeester van Jan van Scorel. Hij was een meester in vele kunstvormen. Op de expositie zijn naast schilderijen ook prenten, houtsneden, tekeningen en ontwerpen voor misgewaden en glas-in-loodramen te zien.
De tentoonstelling is opgezet als drieluik op drie locaties. Stedelijk Museum Alkmaar geeft een kunsthistorisch overzicht van het leven en werk van de meester. Te zien is onder meer het werk Salomé met het hoofd van Johannes de Doper. Amsterdam Museum vertelt het verhaal over de eerste culturele ondernemer aan de hand van topstukken als Triptiek van Pompeius Occo en zijn vrouw Gerbrich Claesdr. De Sint Laurenskerk in Alkmaar toont Het Laatste Oordeel, een gewelfschildering uit 1518. De restauratie van dit monumentale gewelf, dat in 2011 werd voltooid, is een belangrijke aanleiding voor deze tentoonstelling.
Voor de expositie worden werken geleend van onder meer het Metropolitan Museum of Art (New York), Toledo Museum of Art (Ohio), Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (Antwerpen) en uit prentencollecties zoals die van het British Museum. Een bijzondere bruikleen is De geboorte van Christus met de familie Boelen. Dit paneel uit het Museo di Capodimonte (Napels) werd speciaal voor de tentoonstelling gerestaureerd en is de afgelopen decennia niet uitgeleend.
Van Oostsanen, de eerste Hollandse meester, t/m 29 juni in Amsterdam Museum, Stedelijk Museum Alkmaar en Sint Laurenskerk, Alkmaar