Recensie
De van origine Zuid-Afrikaanse Marlene Dumas (1953) is al sinds de jaren zeventig werkzaam in Amsterdam en is een van de voortrekkers van de Nederlandse hedendaagse kunst. Morgen opent in het Stedelijk Museum de grootste tentoonstelling van haar werk in Europa tot nu toe. Het museum is met recht trots dat het 200 werken van de ‘geadopteerde’ Amsterdamse uit verschillende collecties en privébezit bijeen heeft kunnen brengen.
Door: Suzanne Sanders
De media buitelen over elkaar heen om haar werk te prijzen. V magazine besteedt aandacht aan afzonderlijke werken en hun eigenaars, er is een documentaire en EYE presenteert een filmprogramma dat om haar persoonlijke keuzes draait. En de tentoonstelling verhuist direct nadat ze wordt opgedoekt in Amsterdam naar Tate Modern in Londen en daarna nog naar Fondation Beyeler in Riehen (bij Bazel in Zwitserland). Marlene Dumas is een beroemdheid. En een vrouw! Voor zo’n grote solotentoonstelling is dat een (helaas nog steeds) opvallend gegeven. Maar de expositie past binnen de eindelijk door het glazen plafond reikende serieuze aandacht voor vrouwelijke kunstenaars.
Er zijn uiteraard veel bekende werken bij, zoals de serie Models uit het van Abbemuseum, Osama (2011) en The Painter (1994) maar ook vroeg experimenteel collagewerk en zelden of nooit vertoonde tekeningen uit Dumas’ atelier. De tentoonstelling is groot: 200 werken van één kunstenaar in een stuk of zestien zalen. Je zou misschien al moe worden van de gedachte. Maar het mooie van deze aanpak is dat het Stedelijk zichzelf in staat heeft gesteld om thematische verbanden in het oeuvre van Dumas te illustreren, in plaats van te kiezen voor een ongetwijfeld saaiere chronologische opstelling.
Zo is Omar in Son of (2011) te zien naast zijn vader Osama (2010) in een thematische ruimte die refereert aan het thema Forsaken. “Mijn God, waarom hebt u mij verlaten?” roept een iconische Jezus aan het kruis. En Omar vertelt dat zijn vader zijn vijanden meer haatte dan hij zijn zoons liefhad. Dumas is niet zo van de lichtzinnige onderwerpen. De figuratieve beelden zijn stuk voor stuk indringend en provocatief. Thema’s als de psychologie en weergave van geweld, dood, leven, onschuld, verdriet, gelijkheid, erotiek, het kinderlichaam en de betekenis van gender en naakt worden onomwonden onderzocht. Hierdoor treedt de kunstenaar weliswaar minder op de voorgrond, maar de politiek áchter het beeld wint aan urgentie, en de grens tussen het publieke en het persoonlijke vervaagt.
Dumas’ afbeeldingen zijn qua verhoudingen, focus en kadrering door fotografie en beelden uit de massamedia geïnspireerd. The Image as Burden (1993) is hier een treffend voorbeeld van en om die reden de titelgever van de tentoonstelling. De inspiratie ligt in een dramatisch filmbeeld van Greta Garbo en Robert Taylor. Dumas presenteert een man die een krachteloze vrouw in zijn handen draagt, als vormden zij een seculiere piëta waarin de relatie tussen de mannelijke en de vrouwelijke figuur wordt geproblematiseerd. Bovendien trekt de titel met deze afgebeelde houdingen ook nog eens de parallel naar de afbeelding als fysiek object, en de kunstenaar die het gewicht van het onderwerp daarvan draagt. Daarmee doelt ze op de grote invloed van het materiaal op de uiteindelijke afbeelding.
De betekenis van de meeste portretten ligt niet vaak meteen voor de hand, en lijkt meer als een emotie tussen het materiaalgebruik en de afgebeelde figuren in te hangen. De expressiviteit van het werk ligt ook in haar meesterschap over de basale samenwerking van tekening, in elkaar overvloeiende pigmenten en papier of doek. Dit maakt het echt de moeite waard om de schilderijen in het echt te bekijken.
Op de vroegste tekeningen na worden de meeste werken lijstloos en met veel tussenruimte gepresenteerd. In schilderijen als Naomi (1995), The Kiss (2003) en Leather Boots (2000) wordt zoveel ‘ingezoomd’ op de figuur dat de achtergrond onbelangrijk is en de figuren zich bijna als abstracte iconen opdringen. De veel kleinere Black Drawings (1991-1992) vormen echter het overtuigende bewijs dat werk van Dumas niet groot hoeft te zijn om indruk te maken, en specifieke schakeringen in huidskleur en karakteristieke trekken op te roepen. Ze dringen zich even sterk op als in de ‘tronies’ op groter formaat.
Marlene Dumas – The Image as Burden, 6 september 2014 t/m 4 januari 2015 in het Stedelijk Museum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@