0
0
Expositie
Kasteel het Nijenhuis bij Heino toont een groot aantal late portretten van Paul Citroen. De expositie A’dams en Eva’s toont Citroen als meester van het portret.
In 1971 bracht Paul Citroen (1896-1983) een map met twaalf litho’s uit onder de titel A’dams en Eva’s, een serie getekende portretten van mannen en vrouwen. De woordspeling A’dams verwijst naar Amsterdam, waar hij de tekeningen maakte, gezeten aan de voet van het Nationaal Monument op de Dam. De serie staat symbool voor de levenslange fascinatie van Paul Citroen voor het portret. Vanaf de jaren zestig zou hij zich bijna exclusief bezighouden met dit genre.
Hij portretteerde onder anderen collega-kunstenaars als Jean Arp, Max Ernst, Otto Dix en Oskar Kokoschka. Ook de jonge Jan Cremer, leerling van Citroen op de Haagse kunstacademie, poseerde voor hem. Maar ieder mens was interessant voor Citroen, bekend of niet. Hij schilderde ook zijn tweede echtgenote Christi Frisch, en mannen en vrouwen die alleen maar van naam bekend zijn, zoals Lida, Ank, Otto en Charlotte.
En Citroen zelf was ook een geliefd onderwerp voor de kunstenaar. Zijn eigen gezicht is zelfs het meest voorkomende onderwerp in de kunst van Paul Citroen.
Alle op de expositie getoond werken zijn afkomstig uit de kunstcollectie van de provincie Overijssel. Deze wordt beheerd door Museum de Fundatie, waarvan Kasteel Nijenhuis onderdeel is.
Paul Citroen – A’dams en Eva’s, t/m 8 februari 2015 in Kasteel het Nijenhuis, Heino/Wijhe
