Nieuws
Een laat stilleven van Vincent van Gogh bracht gisteren bij Sotheby’s New York omgerekend 49 miljoen euro op. Dit was 10 miljoen meer dan vooraf verwacht.
Van Gogh schilderde Stilleven, Vaas met madelieven en klaprozen medio juni 1890, ruim een maand voor zijn dood. Het doek ontstond in het Franse plaatsje Auvers-sur Oise, waar de schilder zich had gevestigd na zijn vrijwillige verblijf in een psychiatrische inrichting in Saint-Rémy. Over zijn nieuwe woonplaats schreef hij in een brief aan broer Theo: “Auvers is heel mooi, met onder meer veel oude rieten daken, die steeds zeldzamer worden … het is echt geweldig mooi, het is het echte platteland, karakteristiek en pittoresk.”
Hij huurde een kamer in Auberge Ravoux, maar had geen echt atelier. Daarom zette hij niet zelden zijn ezel op in de openlucht om de omgeving te schilderen. Ook bracht hij in Auvers vaak een bezoek aan dokter Gachet.
In diens huis schilderde hij het gisteren geveilde stilleven. Gachet was waarschijnlijk ook de eerste eigenaar van het werk. Vermoedelijk gaf de schilder hem het doek in ruil voor behandeling. Daarmee is het stilleven een van de weinige werken die Van Gogh zelf ooit verkocht of ruilde.
Het schilderij kwam in de jaren ’20 in de Verenigde Staten terecht, als een van de eerste Van Goghs die Amerika bereikten. In 1928 werd het gekocht door A. Conger Goodyear, een van de oprichters van het Museum of Modern Art in New York. Later gaf de familie Goodyear het stuk in bruikleen aan de Albright-Knox Art Gallery in Buffalo, waar het dertig jaar op zaal hing. Uiteindelijk werd het schilderij in 1991 op verzoek van de familie verkocht aan de persoon die er gisteren zo’n 60 miljoen dollar voor kreeg.