Expositie
Volgens de beroemde schildersleraar zeventiende-eeuwse Karel van Mander was het geloofwaardig uitbeelden van emoties “de ziel” van het werk. En zijn latere collega Willem Goeree vond dat daarin “de grootste kracht van de hele schilderkunst” schuilde. Het mag duidelijk zijn: in de Gouden Eeuw waren menselijke emoties belangrijk in de kunst. Het Frans Hals Museum wijdt er eeuwen later een tentoonstelling aan.
Kenners in de zeventiende eeuw vonden de schoonheid van een schilderij niet half zo belangrijk als de hartstochten die er in te zien waren. Kunstenaars publiceerden boeken waarin ze in groot detail uitlegden en afbeeldden hoe een innerlijk gevoel was af te lezen aan een uiterlijke beweging of pose. Van Mander besteedde in zijn Schilder-boeck uit 1604 bijvoorbeeld een hoofdstuk aan de correcte uitbeelding van de emoties.
Rembrandt gaf zijn leerlingen geen boek, maar raadde hen aan om als een soort acteur de emoties uit te beelden die ze wilden schilderen. In een aantal zelfportretetsen oefende de beroemde kunstenaar de uitbeelding van extreme emoties. Vroeg werk van zijn hand is te zien op de tentoonstelling.
In totaal toont het Frans Hals Museum vijftig werken uit de zestiende en zeventiende eeuw. Waaronder De Mulat van Frans Hals. Verder komen er historiestukken, genreschilderijen en portretten voorbij, van meesters als Pieter Lastman, Jan Steen en Frans van Mieris. Hoogtepunt noemt het museum een weinig bekende, monumentale Doornenkroning van Christus van de Haarlemse schilder Jan Miense Molenaer.
Aan de hand van thema’s als Lijden en Wanhoop, Liefde en Lust en Vreugde en Vrolijkheid wil het Frans Hals Museum laten zien hoe de schilders emoties geloofwaardig uitbeeldden. Hoe gaven ze twijfel, angst, ontzetting of woede weer op doek? En hoe lezen wij van het uiterlijk die innerlijke gevoelens af? Is het gezicht daadwerkelijk de spiegel van de ziel?
Emoties – Geschilderde gevoelens in de Gouden Eeuw, t/m 15 februari 2015 in het Frans Hals Museum, Haarlem
Zie ook de recensie Sterk en helder verhaal