Nieuws
Het Van Gogh Museum heeft sinds gisteren een nieuwe inrichting en alles is anders. Zo besteedt het museum voor het eerst permanent aandacht aan Van Goghs tekeningen. En ook zijn brieven hebben een vaste plek gekregen.
Van Gogh maakte behalve veel schilderijen ook zo’n 1.100 tekeningen, waarvan de helft in het bezit is van het museum. Maar vanwege hun lichtgevoeligheid kunnen ze slechts beperkt worden getoond. Het museum heeft nu besloten om continu een steeds wisselende selectie van ongeveer acht tekeningen te tonen.
Van Goghs brieven lopen als een rode draad door de nieuwe inrichting. Enkele originele brieven zijn er te zien en via een koptelefoon kan de bezoeker naar voorgelezen fragmenten luisteren. Voor de begeleidende teksten bij kunstwerken heeft het museum vaak geput uit Van Goghs eigen woorden.
Ook nieuw is de uitgebreide aandacht voor het kinderoog. Op drie plekken heeft het museum werken op een kindvriendelijke hoogte gehangen. Ze gaan daar gepaard met authentieke voorwerpen – zoals geld – en een uitleg die kinderen moet prikkelen. Deze wanden gaan momenteel over Van Goghs liefde voor de natuur, over Van Gogh als fervent briefschrijver, en over zijn schilderpraktijk in de inrichting in Saint-Rémy-de-Provence. De presentaties wisselen jaarlijks van thema.
Van Goghs ontwikkeling tot een van de grootste kunstenaars ooit staat centraal in de nieuwe inrichting. In elk hoofdstuk staat één sleutelwerk centraal, dat Van Goghs artistieke ambities op dat moment het beste verbeeldt. Zo staat in het hoofdstuk Boerenschilder, over de beginperiode van Van Goghs loopbaan, De aardappeleters uit 1885 centraal. Bloeiperiode gaat over Van Goghs leven op het Zuid-Franse platteland, waar hij zich – getroffen door het heldere licht en de sprankelende kleuren – stortte op het schilderen van bloeiende boomgaarden, oogsttaferelen en andere natuurmotieven. Zonnebloemen uit 1889 is voor deze periode uiteraard het sleutelwerk.
Deze belangrijke werken krijgen een wand voor zichzelf, waardoor zij meer tot hun recht komen. Elk hoofdstuk heeft een wandkleur die past bij de sfeer van het onderwerp en bij de bijbehorende kunst. De muren zijn geschilderd in uitgesproken kleuren. Veel minder witte wanden dus in het Van Gogh Museum.