Nieuws
Rijksmuseum Twenthe heeft de collectie uitgebreid met een vroeg schilderij van Jan Cremer. Op een veiling in Stockholm betaalde het museum voor Compositie uit 1959 het opmerkelijk lage bedrag van 3.600 euro.
Hoofd collecties Paul Knolle vond het schilderij tijdens een van zijn online zoektochten bij verschillende internationale veilinghuizen, zo staat te lezen op de site van het museum. “Kopen doe ik zelden, het blijft meestal bij kijken. Maar toen ik deze vroege Cremer voorbij zag komen zag ik direct een kans voor het museum. Een schilderij als dit komt zelden voorbij, en zeker niet voor deze prijs. Het kan met recht een buitenkansje genoemd worden.”
Volgens een woordvoerster betaalde het museum ongeveer 15 tot 20 procent van de waarde. Vermoedelijk is de ‘lage’ prijs te danken aan het feit dat het schilderij op een Zweedse veiling werd aangeboden. Het is niet ondenkbaar dat het in Nederland veel meer had opgebracht. Uit informatie op de site van veilinghuis Stockholms Auktionsverk kan worden opgemaakt dat het werk eerder tegen een hoger bedrag werd aangeboden, maar toen onverkocht bleef.
De vondst van het schilderij is ook uniek, aldus de woordvoerster. “Vroeg werk komt bijna nooit op de markt, terwijl het vaak het krachtigste werk van Cremer is.”
Cremer (1940) werd geboren in Enschede, waar Rijksmuseum Twenthe is gevestigd. In 1964 zorgde hij voor opschudding met zijn bestseller Ik, Jan Cremer, waarin hij afrekent met de jaren vijftig en de gevestigde literaire conventies. Het boek kreeg de kwalificaties smerig, pornografisch, fascistisch, anarchistisch en nihilistisch mee.
Maar ook eind jaren vijftig had Cremer al op provocatieve wijze de aandacht van cultureel Nederland getrokken. Niet met literair werk, maar met zijn schilderkunst die hij zelf omschreef als peinture barbarisme. “Ik sodemieter verf op een doek, ik druip, spat, sla, schop, ik vecht met verf en soms win ik”, aldus Cremer. Met zijn expressieve en rauwe schilderstijl zette hij zich af tegen de heersende esthetische normen.
Compositie hangt de komende maand op zaal, in een klein kabinet. Daar is het te zien samen met het drieluik Red, white and blue horses uit 1985, dat Rijksmuseum Twenthe in 1990 kocht.