Recensie
Het begon bij de muziek. Anton Corbijn startte zijn carrière in 1972 als fotograaf van bands en muzikanten die hij bewonderde. Hij maakte al snel furore als portretfotograaf van vele westerse culturele helden. Gedurende de afgelopen veertig jaar portretteerde hij hen in zijn bekende, grofkorrelige zwart-witstijl.
Door: Suzanne Sanders
Ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag wordt Corbijn in zijn woonplaats Den Haag geëerd met twee tentoonstellingen. Hollands Deep in het Gemeentemuseum geeft een chronologisch beeld van zijn gehele oeuvre. 1-2-3-4 in het Fotomuseum brengt een losser overzicht van de vele bands en muzikanten met wie hij samenwerkte.
In het Gemeentemuseum hebben de abstracte iconen van Rothko plaatsgemaakt voor een chronologische presentatie van Corbijns iconische portretten. Voor deze tentoonstelling dook Corbijn in zijn archieven en maakte hij een selectie van werken waarin hij zijn eigen professionele ontwikkeling herkent. Corbijn: “Het leuke van de tentoonstelling Hollands Deep, is ook dat er veel foto’s tussen zitten waarvan ik het bestaan niet meer wist.”
De opeenvolging van zalen voert de bezoeker langs Corbijns helden sinds de jaren 80, zoals Johnny Cash, Tom Waits en U2. Maar ook langs zelfportretten waarin Corbijn zich vermomt als zijn objecten. En portretten van Kate Moss en Patti Smith en van hedendaagse kunstenaars als Chris Ofili, Ai Weiwei, Damien Hirst en Marlene Dumas. Iedereen lijkt aanwezig, al missen er ook een aantal bepalende mensen in zijn carrière. Geen Joy Division bijvoorbeeld, en geen Herman Brood.
Afgelopen zaterdag kwam Nick Cave hoogstpersoonlijk zijn vriend toezingen tijdens de officiële opening. Maar Corbijn is géén popfotograaf. Althans, zo benadrukt hij zelf: “het is een organische ontwikkeling geweest. Ik heb mensen geportretteerd die ik bewonder omdat ze goed zijn in wat ze doen.” De creativiteit vindt hij mooi, en zijn laatste series intieme portretten van hedendaagse beeldende kunstenaars verbazen dan ook niet.
Honderd meter verderop in het Fotomuseum, in de tentoonstelling 1-2-3-4 ligt de focus juist volledig op de muziek. In tegenstelling tot de ontwikkelingen van de techniek en compositie van de portretten in het Gemeentemuseum, wordt hier gefocust op de foto’s die Corbijn maakte van bands en muzikanten met wie hij een sterke vertrouwensband wist op te bouwen, van Siouxsie Sioux tot R.E.M..
Ik merkte dat deze werken mij minder deden. Corbijn zegt er zelf over dat dit soort portretten lastiger kunnen zijn. Ieder goed portret is uiteindelijk een balans tussen een goede setting en voorbereiding én het kiezen van het juiste moment. Dat is met bandfoto’s moeilijker omdat ze sneller duidelijk ‘gestaged’ zijn. De werken zijn op verschillende groottes en hoogten over de muren van het fotomuseum verspreid, als waren het herinneringen aan vrienden en familie in de in de woonkamer, van U2, The Slits, Depeche Mode, Nirvana en The Rolling Stones.
Op de diagonaal geplaatste wand in het midden van de ruimte is ook plaats voor een door Corbijn zelf gemaakte selectie van portretten waarbij niet eerder opgevallen patronen in zijn werkwijze losjes worden uitgelicht en vergeleken. Zoals het gebruiken van stadsgezichten, landschappen of muurtjes als achtergrond.
Beide tentoonstellingen zijn interessant en er is genoeg te zien. Maar het blijft allemaal erg recht door zee: een oeuvrepresentatie. Weliswaar werd er tijdens de perspreview nog volop opgebouwd, hing nog niet alles aan de muren en waren er ook nog geen zaalteksten beschikbaar, maar de reeds aanwezige bijschriften waren minimalistisch: naam van de geportretteerde en jaar, soms nog een locatie erbij. Dit staat in opvallend contrast met de Rothko-tentoonstelling. Daar zat weer zoveel informatie bij per zaal dat je bijna meer aan het lezen dan aan het kijken was.
Maar de foto’s zijn stuk voor stuk iconisch. Het is duidelijk dat Corbijn compleet wars van glamour is en blijft. Dat is de kracht van zijn werk. Niets staat de eerlijke en directe confrontatie tussen twee creatieve geesten – de fotograaf en gefotografeerde – die goed zijn in wat ze doen, in de weg. Als je er echt maar één van de twee kunt bezoeken, ga dan vooral naar Hollands Deep in het Gemeentemuseum. Maar als je ook naar 1-2-3-4 kunt gaan, ga dan. Want beide exposities samen doen absoluut eer aan de verschillende kanten van Corbijns imposante oeuvre.
Hollands Deep, t/m 21 juni in Gemeentemuseum Den Haag
Anton Corbijn, 1-2-3-4, t/m 16 augustus in Fotomuseum Den Haag
Waardering: @@@@@@@@@@