Recensie
Het komt heel zelden voor dat het Van Gogh Museum hedendaagse kunst toont. When I Give, I Give Myself is dan ook “niet zomaar een tentoonstelling”, om directeur Axel Rüger te citeren. Maar een “heel bijzondere tentoonstelling”. Het museum stuurde 23 hedendaagse kunstenaars en schrijvers een brief van Vincent van Gogh met de vraag daar met een kunstwerk of brief op te reageren.
Door: Evert-Jan Pol
Dit in het kader van het herdenkingsjaar Van Gogh 2015, waarin de invloed van de kunstenaar op anderen centraal staat. De expositie maakt duidelijk zichtbaar op welke verschillende manieren die zich kan uiten.
Het museum had ervoor kunnen kiezen alle 23 werken in één zaal te tonen, maar doet dat bewust niet. Dan zouden ze een kluit hedendaagse kunst vormen in een museum met een heel ander verzamelgebied. Bovendien is het mooier om de nieuwe creaties te hangen tussen het werk van de kunstenaar die de inspiratie vormde.
Deze originele opzet zorgt ervoor dat de expositie niet aanvoelt als een expositie. De werken nemen op drie verdiepingen hun plek in tussen de vaste collectie, alsof ze er altijd hebben gehangen of gestaan. Met name The Invader van Michaël Borremans past perfect tussen de negentiende-eeuwse schilderijen. Het doek, dat een paar bruine schoenen toont, doet direct denken aan Van Goghs Schoenen uit 1887. Dat ook in het museum hangt, maar expres wel ergens anders.
Borremans maakte dit schilderij niet speciaal voor de tentoonstelling. Het was al vijf jaar klaar, maar de Belgische kunstenaar had het nog nooit getoond. De uitnodiging van het Van Gogh Museum vond hij een geschikt moment om het te openbaren. En de brief die hem werd toegestuurd, bevat een passend fragment: “Dus is langzaam en lang werken de enige weg…”
Navid Nuur leverde ook een al iets ouder werk in (uit 2013), maar wel één waarvoor hij inspiratie had gevonden in een brief van Van Gogh. Hij noemde het schilderij naar de zin “Ik wou dat ze mij maar namen zoo als ik ben”, uit een brief van omstreeks 23 april 1882. Nuur vertaalde de storm die in de ooit onbegrepen kunstenaar moet hebben gewoed in een woelig schilderij, opgebouwd uit een variatie op Van Goghs kenmerkende penseelstreken.
De meeste andere deelnemers maakten wel volledig nieuw werken, die steeds een verband hebben met (een zin uit) een brief. Pilvi Takala bijvoorbeeld, nam een brief als uitgangspunt waarin Van Gogh aangeeft het ongemakkelijk te vinden dat zijn vader hem kleding geeft. Takala volgt in een documentaire collega-kunstenares Siri Baggerman, die er ook mee zit dat haar ouders haar iets gaven. Een begrafenisverzekering in dit geval.
De video Swap with Siri is een onverwacht ‘antwoord’ op Van Goghs brief. Net zoals de drie versierde doodshoofden van Jan Fabre en Alicia Framis’ kisten waarin bezoekers zich kunnen terugtrekken dat ook zijn. Dergelijke minder voor de hand liggende reacties maken When I Give, I Give Myself verrassend, verfrissend en daardoor zeer de moeite waard.
When I Give, I Give Myself, t/m 17 januari 2016 in het Van Gogh Museum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@