Recensie
Ik zag Matisse en ik bedacht Nijntje”, zei Dick Bruna (1927) ooit. De Utrechtse tekenaar en schrijver van vele kinderboeken heeft er nooit een geheim van gemaakt dat hij de Franse kunstenaar als voorbeeld zag. Het Rijksmuseum toont het werk van Bruna nu naast dat van zijn inspiratiebronnen.
Door: Evert-Jan Pol
De tentoonstelling Dick Bruna. Kunstenaar vindt plaats ter gelegenheid van de 60ste verjaardag van Nijntje, Bruna’s bekendste geesteskind. Het konijnenmeisje ontbreekt daarom vanzelfsprekend niet. Maar het is vooral zijn andere werk dat de nodige aandacht krijgt in de één zaal tellende presentatie.
Want Bruna is natuurlijk veel meer dan alleen maar de bedenker van Nijntje. Hij maakte ook vele omslagen voor de pocketboekenreeks Zwarte Beertjes. Zo ontwierp hij covers voor de detectiveseries De Schaduw, van Havank en Maigret, van Georges Simenon. Die laatste liet zich ontvallen dat hij van alle ontwerpen voor zijn boeken die van Bruna de mooiste vond. “Elke keer als er weer een Nederlandse editie was verschenen, stuurde hij mij een brief”, zei Bruna jaren geleden in een interview. “Hij schreef eens dat hij het mooi vond dat mijn tekeningen net zo eenvoudig waren als zijn verhalen.”
Want al in zijn boekomslagen kwam Bruna’s inmiddels zo kenmerkende stijl naar voren. Met heldere lijnen, primaire kleuren en geabstraheerde vormen. Een stijl waarvoor hij zich dus liet inspireren door andere kunstenaars.
De eveneens in Utrecht geboren Bart van der Leck was een van hen. Bij hem zag Bruna hoe je de vormen van de realiteit kunt reduceren tot alleen de kern overblijft. Zonder dat het resultaat volledig abstract wordt.
Maar de man die hem misschien wel het meest beïnvloedde, was Henri Matisse. Hij was het die Bruna bijvoorbeeld inspireerde tot het gebruik van groen en blauw naast elkaar. Matisse was een van de eerste kunstenaars die vonden dat die kleuren wel zeker goed samengaan.
Matisse was ook een grote invloed als het ging om eenvoud. Tussen de vele Bruna’s hangt een Portret van een vrouw, dat de Franse kunstenaar in enkele vlotte, ogenschijnlijk simpele lijnen tekende. Volgens Bruna was het “het moeilijkste om het zo simpel mogelijk te houden”. Maar hij slaagde daar zelf toch ook heel aardig in.
Het Rijksmuseum maakt de invloeden van anderen op Bruna aanschouwelijk met werk van die anderen uit de eigen collectie. Dat met name Matisse een grote rol speelde in Bruna’s ontwikkeling tot groot tekenaar wordt duidelijk door een bruikleen van een zekere heer D. Bruna uit Utrecht (wie zou dat toch zijn?). Het is een fascimile van Matisse’ boek Jazz, gevuld met diens beroemde cut-outs. De collages inspireerden Bruna om te experimenteren met knippen. De Haan, aanwezig op de tentoonstelling, is daar een goed voorbeeld van. Het is mooi om eens niet alleen te lezen, maar ook duidelijk te zien naar wie Bruna zelf opkeek.
Dick Bruna. Kunstenaar, t/m 15 november in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@