Recensie
Een jongen ziet zijn reflectie en doet zijn haar goed en een meisje haalt zelfs een borstel tevoorschijn. De spiegels in de zelfportrettententoonstelling van het Mauritshuis maken de bezoeker zelfbewust.
Door: Evert-Jan Pol
De aankleding is net zo origineel als toepasselijk. Schilders die in de Gouden Eeuw een zelfportret maakten stonden immers voor de spiegel. Honderden jaren later kijken de schilders opnieuw naar zichzelf. Leuk detail, maar de spiegelwanden werken ook enigszins desoriënterend; alsof je je in een spiegellabyrint bevindt.
Het Mauritshuis toont 27 schilderijen van Nederlandse kunstenaars uit de zeventiende eeuw en licht daarmee de diverse typen zelfportretten toe. Zoals portretten als ‘heer van stand’, zelfportretten in een rol (bijvoorbeeld als jager) en zelfportretten met beroepsattributen. Met name deze laatste categorie is in de Nederlandse kunst zeer goed vertegenwoordigd. Sowieso waren Nederlanders fervente zelfportretschilders; ze deden dit vaker dan hun buitenlandse collega’s.
Het hoge aantal zelfportretten had mede te maken met de stijging van de schilderijenproductie in die tijd. De concurrentie was groot, dus was het voor een schilder zichzelf goed in de markt te zetten. Het zelfportret kon helpen om de kunstenaar en zijn werk een ‘gezicht’ te geven. Het zelfportret was daarmee niet alleen een portret van de schilder maar vaak ook een statement over zijn of haar werk.
De expositie heet Hollandse zelfportretten – Selfies uit de Gouden Eeuw en trekt daarmee de parallel met de huidige selfies. De vergelijking ligt voor de hand, maar er is een groot verschil tussen beide soorten zelfportretten. De selfie ontstaat gemakkelijk, soms haast achteloos, maar aan het maken van een zelfportret in de zeventiende eeuw ging een lange opleiding vooraf.
Al gold dat misschien niet voor Moses ter Borch. Hij schilderde zichzelf al toen hij ongeveer vijftien jaar oud was. Veel opleiding kon hij nog niet hebben gehad. Al zat het schilderen hem als het veel jongere broertje van Gerard ter Borch wel in de genen.
Moses ter Borch is het enige zelfportretterende kind op de tentoonstelling en Judith Leyster de enige vrouw. Haar vrolijke portret is een van de hoogtepunten. Ze draait zich lachend naar ons om terwijl ze werkt aan een schilderij van een vrolijke vioolspeler, afkomstig uit een van haar eigen voorstellingen.
Kunstenaars portretteerden zich niet zelden met eigen werk. Een heel ambitieus voorbeeld is Zelfportret met allegorisch stilleven van David Bailly. Hij schilderde het toen hij 67 jaar was. Toch gaf hij zichzelf weer als jongeman. De jonge Bailly houdt een klein zelfportretje vast dat hij maakte toen hij achter in de vijftig was. Het schilderij heeft daardoor een heerlijke ingenieuze gelaagdheid.
Één portret op de expositie doet direct denken aan het soort foto’s dat de sociale media domineren. “Het lijkt wel alsof hij een selfie maakt”, zegt een bezoekster als ze het portret van Huygh Voskuyl ziet. Hij poseert zodanig dat zijn schouder richting de toeschouwer wijst. Daardoor lijkt hij dat hij buiten beeld een camera vasthoudt. Voskuyls zelfportret is door die pose bijzonder origineel en is terecht het beeldmerk van deze kleine, maar uitermate rijke presentatie.
Hollandse zelfportretten – Selfies uit de Gouden Eeuw, t/m 3 januari 2016 in het Mauritshuis, Den Haag
Waardering: @@@@@@@@@@