Recensie
“Ik kijk nu met heel andere ogen naar uw vest.” Dat mijn ‘Scandinavische’ trui onderwerp van gesprek zou worden tijdens de persopening van de tentoonstelling Catwalk zag ik niet aankomen. Een oudere dame vraagt zich af of het kledingstuk met de hand gebreid is en komt tot een besvestigende conclusie. De mode-expositie in het Rijksmuseum stemt tot nadenken.
Door: Evert-Jan Pol
Het onverwachte gesprek ontspint zich naast de lopende catwalk. Zittend op een stoel kijken we naar etalagepoppen die creaties uit de museumcollectie showen. Dankzij een lopende band presenteren de mannequins zich in een rustig tempo aan het publiek. De spiegelwand aan het eind zorgt voor een mooie optische illusie. Het lijkt alsof de parade geen bocht neemt om terug te keren, maar nog een stukje doorflaneert.
De dynamische catwalk is een goede vondst van fotograaf Erwin Olaf, die de tentoonstelling mocht vormgeven. “Ik wilde de collectie graag laten bewegen, maar dat mocht alleen met twintigste-eeuwse kleding.” Daar is wat voor te zeggen: sommige aanwezige kleding heeft een dusdanige leeftijd dat die voor de eigen veiligheid achter glas staat.
Voor de expositie putte het Rijksmuseum uit de eigen omvangrijke collectie, die ongeveer 10.000 objecten telt. In zes zalen van de Philipsvleugel geeft het een overzicht van mode in Nederland in de periode 1625-1960. Meer nog dan de geschiedenis van de mode is de presentatie een aaneenschakeling van verhalen over kledingstukken en de mensen die ze droegen.
Een bijzonder verhaal is dat over de hoed van graaf Ernst Casimir I. Op 2 juni 1632 sneuvelde deze stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe tijdens het beleg van Roermond. Een dodelijke Spaanse kogel trof hem in het hoofd. Zijn vilten hoed ligt in een vitrine als een stille getuige van dat fatale moment. Een gat markeert de plek waar de kogel naar binnen drong.
Ernsts zoon Hendrik Casimir I kwam eveneens door geweld aan zijn einde en ook hij droeg een hoed toen een kogel hem raakte (in zijn geval in de rug). Het hoofddeksel ligt naast dat van zijn vader. Van Hendrik Casimir is ook een lange linnen onderbroek te zien. Het niet meer zo witte exemplaar is een van de opvallendste objecten in de tentoonstelling.
Wat ook gezegd kan worden van de bruisende bruidsjapon die Helena Slicher volgens overlevering droeg bij haar huwelijk op 4 september 1759 met Aelbrecht baron van Slingelandt. De fraaie zijden japon met veelkleurige geborduurde bloemen staat te boek als de breedste jurk van Nederland. De bloemen komen terug in het behang aan de muur. Weer zo’n leuk detail uit de koker van Olaf.
Hoewel de tentoonstelling niet de nadruk legt op de ontwikkeling van de mode in Nederland, geeft ze daar wel enig inzicht in. Zo leren we dat vrouwenenkels een erotische lading hadden. Jurken vielen daarom tot over de schoenen. Een vrouw mocht daarentegen gerust iets van haar boezem laten zien. De foto Catwalk I – Japon (manteau) met sleep, 1759 toont het prachtige model Ymre Stiekema daarom zoals in die tijd gebruikelijk was: met de tepels net zichtbaar.
Het fascinerende portret – terecht het beeldmerk van Catwalk – is een van de eigen bijdragen van Erwin Olaf die zich verder vooral bezighield met het zo mooi mogelijk inrichten van de presentatie. Het was de eerste keer dat hij een tentoonstelling vormgaf en hij slaagde met glans. Als fotograaf weet hij wat er nodig is voor een oogstrelend plaatje. En dat is precies wat Catwalk is.
Catwalk, t/m 16 mei in het Rijksmuseum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@