0
0
Nieuws
Het Stedelijk Museum heeft het vijfluik Moira van Gisèle d’Ailly van Waterschoot van der Gracht geadopteerd. Het is te zien in de woning van de in 2013 overleden kunstenares. Voor het eerst kan het publiek haar privévertrekken bezoeken. In de woning komen kunst en oorlogsgeschiedenis samen.
In het huis aan de Herengracht 401 nam de kunstenares vanaf 1942 onbaatzuchtig onderduikers op. Op veel plekken van dit grachtenpand is het verleden nog tastbaar. Zoals een oude pianola die als schuilplaats diende, een boekenkast met poëzie, meubels, en Gisèle’s talloze verzamelingen.
De intact gebleven etage waar de onderduikers verbleven is nog intact. Samen met de salon waar Gisèle vanaf eind jaren 50 met oud-burgemeester Arnold d’ Ailly woonde en haar atelier vertellen ze de geschiedenis van Amsterdam als toevluchtsoord voor kunstenaars en vrijhaven voor cultuur. Beroemde kunstenaars in ballingschap kwamen regelmatig op bezoek in het pand aan de Herengracht. Onder hen Max Beckmann, van wie in het huis ook werk te zien is.
Het Huis van Gisèle is nu onderdeel en het hart van Castrum Peregrini, ofwel ‘de burcht van de pelgrim’. Het huis aan de Herengracht 401 in Amsterdam is alleen op afspraak te bezoeken, vooralsnog op twee dagen per week. Belangstellenden moeten zich vooraf aanmelden via de site van Castrum Peregrini. Een ticket kost € 12,50.
Bezoekers krijgen een rondleiding door het pand en zien dan de authentieke onderduiketage, de salon die de kunstenares in de jaren 50 inrichtte en haar oude atelier. Dit is een grote lichte ruimte dat deels nog haar werk en objecten bevat. Momenteel is daar ook de tentoonstelling Read My Lips te zien.
Het Huis van Gisèle, Herengracht 401, Amsterdam, woensdag en donderdag van 10-11 uur en 11-12 uur
