Recensie
De tentoonstellingszaal in Museum IJsselstein (of kortweg MIJ) ruikt naar het onderwerp van de nieuwe expositie: gras. Gedroogd gras welteverstaan, want de geur is afkomstig van een hooiberg.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Het hooi puilt uit een zuil, waaruit in de breedte weer een bank steekt. Die is gemaakt van geperst tuinafval. De bank is niet het enige toepasselijke meubel. Op het voorplein – waar een groene loper voor de deur ligt – staan banken waar gras uit groeit. De lange tafel in ’t Koffiehuis is bedekt met gras, onder een glasplaat en strobalen in de filmruimte doen dienst als bankje.
Het mag duidelijk zijn: de tentoonstelling ademt gras en wekt een lente- en zomergevoel op. Mede dankzij foto’s van groene grazige weiden. Vermengd met gele bloemen (Bob Negryn), voorzien van een koe – neem me niet kwalijk: een os (Hans van der Meer) of vrolijke spelende meisjes (Ellen Kooi).
Op het eerste, tweede en ook derde gezicht een foto, maar toch echt een schilderij van Daan de Jong neemt de bezoeker mee naar de Belgische Ardennen. Het indrukwekkende panorama met een heuvelachtig landschap doet verlangen naar een wandeling door de groene natuur.
Het groene grasmonster van Johanna Schweizer heeft misschien een licht afschrikkende werking, maar de natuur roept. En dat treft: want wie alles wil zien, moet weer naar buiten. Het kleine museum heeft namelijk enkele satellietlocaties in IJsselstein, waar het ook werk toont.
Bovenin de Kasteeltoren kronkelt een groen beest van Zoro Feigl en reusachtige groene konijnen van Marjolijn Mandersloot hebben de zolder van het oude Stadhuis ingenomen. De andere buitenlocaties zijn het Fulcotheater en de Waag.
Het is mooi dat MIJ andere ruimtes in de stad betrekt bij zijn tentoonstellingen. Alleen jammer dat op werkdagen de werken buitenshuis slechts met een rondleiding te zien zijn. Houd daar dus rekening mee.
De weide als muze, van halm tot vergezicht, van Co Westerik tot Zoro Feigl, t/m 18 september in Museum IJsselstein (MIJ)
Waardering: @@@@@@@@@@