Recensie
Waarom staat de toren los van de kerk? Het is een vraag die bij menig toerist in Utrecht opkomt bij het zien van de Dom. Het antwoord: het schip van de Domkerk overleefde de zomerstorm van 1 augustus 1674 niet. De vrijstaande positie is een van de grote charmes van het bouwwerk, dat al ruim 600 jaar fier overeind staat. Een tentoonstelling in het Centraal Museum kon niet uitblijven.
Door: Evert-Jan Pol
De Dom begon zijn leven als machtssymbool. Met de bouw ervan wilde het Domkapittel laten zien dat het belangrijk was. Een kapittel was een gemeenschap van kanunniken. In Sticht Utrecht (bisschoppelijk gebied bestaand uit de huidige provincies Utrecht, Drenthe en Overijssel en de stad Groningen) waren vijf kapittels, die elk graag de bisschop wilden kiezen. Het Domkapittel slaagde er telkens niet in de bisschopsverkiezing naar zich toe te trekken. Maar zijn toren was wel mooi de hoogste.
De bouw begon in 1321 en duurde 61 jaar. In 1382 stond hij er, 112 meter hoog, inclusief windvaan. Tot op de dag vandaag is de Dom de hoogste kerktoren van Nederland. Hoe de bouw vorderde is goed te zien in een flitsende getekende time lapse.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
De dynamische tentoonstelling bevat meer animaties, zoals een wandvullend zicht op het centrum van Utrecht, van zonsopkomst tot zonsondergang. Met de rood-witte toren als stralend middelpunt. Rood-witte toren? Ja, ooit was de Dom gehuld in deze kleuren, net als de vlag van de stad.
De kleuren is hij kwijt, maar de toren is nog immer een opvallende verschijning en dat is hij al eeuwen. In menig klassiek schilderij figureert de Dom, ook als hij er eigenlijk niets te zoeken heeft. Het is vrij zeker dat Jezus niet is gekruisigd tegen de achtergrond van Utrechts trots, maar een schilderij uit de collectie van het Rijksmuseum wil ons anders doen geloven.
In de ruim zes eeuwen van zijn bestaan, was het gebouw niet altijd even fraai. Zoals wel blijkt uit een schilderij van Reinier Craeyvanger uit 1833. De vervallen toren steekt schril af tegen de witte gevel van het toen nog maar drie jaar oude stadhuis op de voorgrond. Tijdens een zware storm in de nacht van 29 november 1836 bleek wel hoe slecht de staat was: een deel van het lantaarngewelf stortte in.
Toepasselijke houten steigers in de tentoonstelling symboliseren de rol die bouw en renovatie spelen in de geschiedenis van de toren. In een van de stellingen staat een indrukwekkende maquette van de toren, plus kerk, zonder schip. Natuurlijk mocht die niet ontbreken. Eerder dit jaar werd bekend dat de toren opnieuw toe is aan een opknapbeurt, want hij brokkelt af.
En de stormen van 1836 en 1674 hebben bewezen hoe belangrijk het is dat de Dom ‘gezond’ is. Speciaal voor de tentoonstelling maakte het KNMI een soort buienradar voor 1 augustus 1674, de dag waarop een hevige zomerstorm Utrecht teisterde. Het meteorologisch instituut gaf met terugwerkende kracht de waarschuwingscode donkerrood af. In tegenstelling tot veel andere gebouwen bleef de Domtoren staan. Hij had het geluk zich op een plek te bevinden waar de wind niet hoog reikte. Hoge torens vangen daar dus niet altijd veel van.
De tentoonstelling Trots van de Stad is gebaseerd op het boek De Utrechtse Domtoren van René de Kam, Frans Kipp en Daan Claessen. De auteurs deden uitgebreid onderzoek naar de geschiedenis van Utrechts bekendste gebouw. De expositie is daardoor goed doortimmerd, om maar een passende beeldspraak te gebruiken. Ook de rol van de toren in de zwaarste homovervolging ooit in Nederland komt aan bod. Torenkoster Josua Wilts verried mannen die in de ruïnes van het schip seks hadden. Ze werden opgepakt en gewurgd. Een zwarte bladzijde in een verder trotse geschiedenis.
Trots van de Stad. De Utrechtse Domtoren, t/m 2 oktober in het Centraal Museum, Utrecht
Waardering: @@@@@@@@@@