Recensie
Dat Adriaen van de Velde het vak van schilder koos, mag geen wonder heten. Vader en broer – beiden Willem genaamd – gingen hem voor en waren zeer succesvol. En ook Adriaen ontpopte zich – al vroeg – als een groot kunstenaar.
Door: Evert-Jan Pol
Schrijver Arnold Houbraken noemde hem aan het begin van de achttiende eeuw een erfelijk belast wonderkind dat als dreumes al niet van de schilderspullen kon afblijven en alles in zijn omgeving bekladde. Het ‘bekladden’ nam al snel serieuzere vormen aan, want zijn vroegst bekende werken maakte hij op zestien- of zeventienjarige leeftijd.
Lang werd Van de Velde beschouwd als een van de grootste kunstenaars van de Gouden Eeuw. Tegenwoordig is zijn naam weinig bekend bij het grote publiek, iets wat veel zeventiende-eeuwse collega’s overkwam. De tentoonstelling die het Rijksmuseum nu aan hem wijdt, is daarom het eerste grote monografische overzicht ooit. De presentatie maakt duidelijk dat hij veel meer aandacht verdient dan hij heden ten dage krijgt.
Uit de 23 aanwezige schilderijen blijkt het vakmanschap van de vroeg overleden Van de Velde (1636-1672). Hij schilderde voornamelijk landschappen, op magnifieke wijze, en de figuren erin gaf hij gedetailleerd vorm. Bij Van de Velde kwam het landschap tot leven. Een goed voorbeeld is het meesterlijke schilderij Het strand bij Scheveningen, dat hij als 21-jarige schilderde. Het is druk aan de kust: vissers halen hun vangst uit zee, kinderen spelen en een echtpaar wandelt over het strand. Alle figuren, hoe klein ook, werkte de schilder even goed uit. Een briljant detail is de man rechts die het beeld uitkijkt. Daarmee suggereerde Van de Velde een weids vergezicht over de grote zee.
Hij had zich net als zijn vader en broer exclusief op het zeestuk kunnen richten, maar hij ontwikkelde zich als een voortreffelijk schilder van mensen en dieren. Hij was dusdanig goed dat andere kunstenaars hem geregeld vroegen figuren in hun landschappen en stadsgezichten te schilderen. In enkele zeestukken en kustgezichten van broer Willem nam hij de mensen, honden en paarden voor zijn rekening.
Uit de expositie blijkt dat hij zich uitermate zorgvuldig voorbereidde op zijn schilderijen. Aan een landschap gingen vaak meerdere studies vooraf. Die studies zijn op zichzelf al meerstwerkjes. Het Rijksmuseum toont een aantal prachtige tekeningen in rood krijt, waaronder twee studies voor De hut.
Het museum kocht dat schilderij in 1822 voor het destijds gigantische bedrag van 8290 gulden. Het is goed te begrijpen dat het Rijks het graag wilde hebben, want het is een plaatje. De plaggenhut, herderin, schapen, koeien en ruiter te paard in een landschap vormen samen een heerlijke sfeervolle voorstelling. In de twee rode tekeningen bestudeerde hij de herderin en de schapen grondig. Wie de tekeningen van de herderin en schapen vergelijkt met het uiteindelijke schilderij ziet dat Van de Velde alle wollige dieren in dezelfde houding overnam, maar wel hun positie soms wijzigde.
De fraaie tentoonstelling geeft Adriaen van de Velde eindelijk de aandacht die hem toekomt. En laat ook nog eens zien hoe al dat moois tot stand kwam.
Adriaen van de Velde. Meester van het Hollandse landschap, t/m 25 in de Philipsvleugel van het Rijksmuseum, Amsterdam
Waardering: @@@@@@@@@@