Nieuws
Daar staat hij, de ‘koninklijke’ Clay-klok van Museum Speelklok in Utrecht. Een hele ruimte heeft hij er tot zijn beschikking. Het achttiende-eeuwse instrument, een van de duurste aankopen van het museum, kwam twee dagen geleden aan. Nog net op tijd voor de opening van de vernieuwde zalen van het museum dat zijn zestigste verjaardag viert.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Hij staat nu afgezonderd van de andere instrumenten in de vaste opstelling, want hem wacht eerst een hoognodige restauratie. De jaren hebben hem namelijk getekend. Sinds zijn ‘geboorte’ in 1738 verhuisde hij verschillende malen, vermoedelijk de reden van enkele beschadigingen.
Charles Clay maakte de klok rond 1738, toen hij werkzaam was aan het Britse hof. Later kwam hij terecht in onder meer Nederland, bij kunstverzamelaar Gerrit Braamcamp en Portugal. Daar had hij andermaal een koninklijke eigenaar: Infanta Donna Maria Isabel, de zus van de koning van Portugal.
Het museum betaalde op een veiling 720.000 euro (exclusief opgeld) voor het 2,5 meter hoge instrument, de enige complete monumentale orgelklok van dit formaat. Na restauratie, die naar verwachting in november start, krijgt de aanwinst een plek in een van de vernieuwde zalen. Die werden gisteren geopend door onder anderen Willeke Alberti als haar personage Na Druppel uit de musical De Jantjes.
Het museum presenteert daar zijn zelfspelende muziekinstrumenten thematisch. Zo staan de speelklokken bij elkaar en is er een orgelplein vol draaiorgels. In de ‘huiskamer’ bevinden zich zelfspelende muziekinstrumenten die mensen in de negentiende eeuw in huis hadden.
Sommige stukken zijn niet direct herkenbaar als muziekinstrument. Een klein houten stoeltje lijkt op het eerste gezicht een doodgewoon zitmeubel. Kinderen die erop plaatsnemen worden echter verrast door een deuntje. De stoel is al vele jaren een publiekslieveling, vertelt woordvoerster Lisette Biere. “Er komen hier ouders die er zelf als kind op hebben gezeten.”