Nieuws
Er was een tijd waarin kunst een onderdeel was van de Olympische Spelen. Johan van Hell won tijdens de Spelen van 1924 in Parijs de bronzen medaille. Museum MORE is ernaar op zoek omdat het de onderscheiding wil tonen in de tentoonstelling die het momenteel aan de kunstenaar wijdt.
Een kunstwedstrijd als onderdeel van het internationale sportfestijn was een idee van de Franse Baron Pierre de Coubertin, de stichter van de moderne Olympische spelen. Tussen 1912 en 1948 waren er ook daadwerkelijk voor medailles voor creatieve geesten. in 1924 waren er bijna 200 artistieke inzendingen in 5 categorieën: schilderkunst; beeldhouwen; architectuur; muziek en literatuur.
Van Hell was in dat jaar de eerste Nederlandse kunstenaar die een medaille won in de categorie schilderkunst. Isaac Israëls nam in 1928 goud mee naar huis.
Van Hell (1889-1952) kreeg het brons voor het schilderij Schaatsenrijders, een twintigste-eeuwse variant op de bekende ijstaferelen van Henrik Avercamp. Hij schilderde het winterse gezicht in 1919 vanuit zijn huis in Amsterdam-Oost op de (nu volgebouwde) Watergraafsmeer. Bewoners maakten ijspret op bevroren ondergelopen boerenland.
Museum MORE hoopt dat de huidige eigenaar van de medaille deze wil uitlenen voor de duur van de tentoonstelling. Het ‘Olympische’ schilderij, uit de collectie van het Museum Petit Palais in Genève, is sinds deze week te zien in het museum. Wie meer weet over de verblijfplaats van de bijbehorende medaille kan via e-mail contact opnemen met het museum.
Johan van Hell op klare toon, t/m 12 februari 2017 in Museum MORE, Gorssel