0
0
Museum De Lakenhal heeft zijn collectie uitgebreid met het schilderij Contra-compositie VII van Theo van Doesburg. Het kocht het op een veiling in Londen voor 1,9 miljoen euro.
De aankoop vond plaats in het jaar dat er veel aandacht is voor De Stijl. Van Doesburg richtte die kunstenaarsbeweging op in 1917. Op dat moment woonde hij in Leiden, waar De Lakenhal is gevestigd.
Museum De Lakenhal bezat al ruim vijftig werken die het ontstaan van De Stijl belichten, maar beschikte tot nu toe nog niet over een iconisch topstuk. Met de aankoop van Contra-Compositie VII kwam daar verandering in, aldus het museum. Met zijn rechte lijnen en primaire kleuren is het stuk is een kenmerkend voorbeeld van De Stijl.
In het schilderij is duidelijk de invloed van Piet Mondriaan te zien, met wie Van Doesburg na zijn vestiging in Parijs in oktober 1923 gedurende een korte periode intensief optrok. “De visuele kwaliteit en de moderne uitstraling van Contra-Compositie VII maken in één klap duidelijk hoe krachtig de verandering was waar Theo van Doesburg en zijn tijdgenoten voor stonden”, meldt het museum in een persbericht.
De Lakenhal kon de aankoop doen mede dankzij een forse financiële bijdrage van Vereniging Rembrandt. Die stond garant voor ruim de helft van het aankoopbedrag. Slechts een enkele keer in haar geschiedenis heeft de vereniging een aankoop met zo’n groot bedrag gesteund. Ze vindt het schilderij van nationaal belang en denkt dat het een kernstuk zal zijn in de collectie van Museum De Lakenhal.
Daar zal het echter niet vroeger dan in het voorjaar van 2019 te zien zijn. De Lakenhal is vanwege een grootschalige verbouwing namelijk tot die tijd gesloten. Tot de heropening krijgt het een plek in het Rijksmuseum.
