Het Fries Museum in Leeuwarden heeft maandagavond op een veiling veertien persoonlijke voorwerpen van Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als Mata Hari, gekocht. Het verwierf onder meer het geboorteboek en een rammelaar van zoon Norman en een broche die ze vlak voor haar arrestatie weggaf aan een vriend.
De geveilde bezittingen zijn afkomstig uit het archief van de familie MacLeod en werden aangeboden door veilinghuis De Zwaan in Amsterdam. Margaretha was korte tijd getrouwd met de Nederlandse militair Rudolph MacLeod. Het stel verhuisde naar Nederlands-Indië en kreeg twee kinderen: Norman en Non. Zoon Norman overleed op jonge leeftijd. Het aangekochte geboorteboek maakt dit pijnlijk duidelijk door het abrupte einde van zijn levensverhaal.
Na de scheiding van het echtpaar mocht Margaretha haar dochter niet meer zien. Ze zat zonder geld en familie in Nederland en vertrok naar Parijs. Daar bouwde ze een nieuw bestaan op als de exotische danseres Mata Hari.
Als schaars geklede, oriëntaalse danseres kreeg ze in het Parijs van 1905 het publiek aan haar voeten. Haar voorliefde voor rijke mannen en hooggeplaatste officieren bracht haar in hoge militaire kringen. Ze dankte er haar mondaine leven aan, maar uiteindelijk werd haar nieuwe levensstijl ook haar ondergang.
In 1917 arresteerde de Franse geheime dienst haar op verdenking van spionage voor de Duitsers. Op 15 oktober van dat jaar eindigde haar leven voor het vuurpeloton.
Vlak voor haar arrestatie gaf ze een broche aan een vriend mee. Ze vroeg hem Non op te zoeken in Nederland en haar het sieraad te geven als erfstuk. Toen hij jaren later Pas jaren later was hij in Nederland en wilde hij Non opzoeken. Die bleek echter net te zijn overleden. De broche kwam in bezit van haar vader.
De broche en de dertien andere aangekochte bezittingen zijn vanaf 14 oktober te zien in de tentoonstelling Mata Hari, de mythe en het meisje in het Fries Museum. Die duurt tot en met 2 april 2018.