‘Gesloten’, meldt het bordje op de deur van het AAMU in Utrecht. Sinds 15 juni geldt deze mededeling niet langer alleen in de avonduren en vroege ochtend. Die dag ging het licht voorgoed uit in het museum voor hedendaagse Aboriginalkunst.
Het AAMU opende op 3 maart 2001 als Aboriginal Art Museum, het enige Europese museum dat zich volledig richtte op hedendaagse Australische Aboriginalkunst. De private financiering hield op en het museum slaagde er niet in nieuwe geldschieters te vinden.
De basis voor het AAMU was een geschonken particuliere collectie. In de afgelopen jaren verrijkte het museum de collectie met aankopen en schenkingen. Conservator Georges Petitjean kocht werken aan van onder anderen Emily Kame Kngwarreye, Rover Thomas en Paddy Bedford. De verzameling bestond uiteindelijk uit ruim 800 stukken, variërend van schilderijen op doek, boombastschilderijen, sculpturen en foto’s en videowerken.
Het museum mag dan gesloten zijn, de collectie blijft behouden voor Nederland. Het Nationaal Museum van Wereldculturen (de organisatie achter het Tropenmuseum, Afrika Museum en Museum Volkenkunde) nam die in haar geheel op.
“We zijn bijzonder trots en blij dat we de belangrijkste Aboriginalkunstcollectie buiten Australië onder onze hoede krijgen”, aldus Stijn Schoonderwoerd, directeur van het Nationaal Museum van Wereldculturen. “Hiermee kunnen we de historische lijn van de nationale Australiëcollectie die wij beheren, in één klap doortrekken naar onze tijd. De nationale collectie wordt hiermee uniek in de wereld buiten Australië.”
Het Nationaal Museum van Wereldculturen (NMVW) ontstond in 2014 door een fusie van het Tropenmuseum in Amsterdam, het Afrika Museum in Berg en Dal en Museum Volkenkunde in Leiden. Het NMVW bezit een collectie van ruim 350.000 objecten uit de hele wereld. Onlangs nam het ook belangrijke delen van de collectie van voormalig Museum Nusantara op.