Een kunstenaar die zijn eigen gestolen schilderijen tegen losgeld mag terugkopen. Een diefstal uit een archief, die jaren onontdekt blijft. Een dief die gebrekkige beveiliging aan de kaak wil stellen. Een brute roofoverval op een oude dame waarbij zeven meesterwerken worden buitgemaakt. Deze en andere verhalen komen aan bod in de expositie Roofgoed, kunstdiefstal in Nederland in het Westfries Museum in Hoorn.
Dat het Westfries Museum deze tentoonstelling organiseerde, mag geen toeval heten. Het museum was in 2005 zelf slachtoffer van een spraakmakende kunstdiefstal. Van de 24 gestolen meesterwerken doken er in 2016 vijf zwaar beschadigd weer op in Oekraïne. Het verhaal van de roof en de terugkeer is uiteraard onderdeel van de expositie. Net als de vijf schilderijen, die na restauratie weer in het museum hangen.
De tentoongestelde voorwerpen komen uit alle delen van Nederland. Het museum kreeg ze in bruikleen van musea, kunsthandels, kunstenaars, archieven, kerken en particulieren. Het gaat om schilderijen, meubels, zilverwerk, religieuze voorwerpen en beeldhouwwerken, waaronder de restanten van drie bronzen beelden uit Singer Laren.
De begeleidende teksten geven een kijkje in de wereld van de kunst- en antiekdiefstal. Van de motieven van de daders en hun methoden tot de opsporing en de impact op de slachtoffers.
De slachtoffers krijgen op deze expositie in een videopresentatie speciale aandacht en een eigen stem. Zoals de kunstenaar Henk Helmantel die bij een inbraak onder meer 37 schilderijen verloor en ze voor losgeld kon terugkopen. Op de tentoonstelling is zijn schilderij Arjan’s eerste slofjes te zien, het schilderij met de slofjes van zijn oudste zoon dat de afpersers op een parkeerplaats in Apeldoorn achterlieten.
De zoon van beeldhouwer Jits Bakker, de meest bij leven bestolen kunstenaar van Nederland, komt aan het woord over het leed dat zijn vader is aangedaan. Evenals de zoon van de toen 84 jaar oude mevrouw Roëll uit Bilthoven die tegen een verwarming werd geslagen en bewaakt, terwijl dieven hun slag sloegen.
Ook onderdeel van de tentoonstelling zijn levensgrote illustraties van striptekenaar Erik Kriek en een bijbehorende audiotour. De tekeningen verbeelden negen geruchtmakende en opvallende diefstallen. Van de diefstal van twee kostbare neushoorns uit het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam en de inbraak in het Van Goghmuseum tot de verzekeringsfraudezaak van kunsthandelaar Robert Noortman.
Kunstdiefstal is in Nederland aan de orde van de dag. Particulieren zijn veruit het vaakst slachtoffer, zegt Ad Geerdink, directeur van het Westfries Museum en samensteller van de expositie. “Maar ook kerken en andere openbare gebouwen zijn een geliefd doelwit. Toch hoor je maar weinig over de maatschappelijke impact: het leed en de grote materiële en emotionele schade”.
“En er hangt nog altijd een sfeer van spanning en sensatie rond het onderwerp, mede gevoed door diverse speelfilms en romans. De praktijk van de kunst- en antiekcriminaliteit is echter zo plat als wat. Het draait alleen maar om geld. Met deze tentoonstelling willen we het publiek daarvan bewust maken en laten zien wat iedereen zelf kan doen om de opsporing van gestolen kunstobjecten te bevorderen.”
Roofgoed, kunstdiefstal in Nederland, t/m 12 februari 2018 in het Westfries Museum, Hoorn