Recensie
Sinds enige tijd loopt hier een poes in huis, eindelijk. Ik was altijd al een liefhebber van katten, maar was ook lange tijd allergisch. Tot ik dat op een dag plots niet meer was. Dus huppelt er nu een rood-zwart-witte minileeuw door de gangen, kamers en tuin. En transformeerde ik in een, zoals een vriend het zo treffend formuleerde, crazy cat lady. Één die de tentoonstelling Kattenliefde in de Kunsthal uiteraard niet kon overslaan.
Tekst: Evert-Jan Pol
Rechtstreeks van de boot uit Engeland toog ik op een vrijdagochtend naar Rotterdam. Mijn rolkoffer achter me aan slepend, met daarin – natuurlijk – enkele kattensouvenirs: een glas-in-loodraamhanger en een boekje met kattenschilderijen en -tekeningen. Kunst en katten zijn een goede combinatie.
De bekendste kunstkat is misschien wel die van Théophile Alexandre Steinlen. Op een affiche voor de Parijse nachtclub Le Chat Noir vereeuwigde hij in 1896 de kat waarnaar oprichter Rodolphe Salis zijn club had vernoemd: een zwarte straatkat. Le Chat Noir is een zittende zwarte kat, zijn kopje naar rechts gedraaid. Telkens als onze lapjeskat die sierlijke houding aanneemt moet ik eraan denken. Het kunstwerk staat in mijn geheugen gegrift.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Komt dat door de kat? Wellicht, maar hoe het ook zij, katten zijn graag geziene gasten op kunstwerken. Nederlands bekendste kattenschilder Henriëtte Ronner-Knip wist dat al. Haar kattenschilderijen waren eind negentiende eeuw erg geliefd.
Ook andere kunstenaars portretteerden de Felis catus (de wetenschappelijke naam van de huiskat) maar wát graag. Fotograaf Marie Cécile Thijs maakte van haar katten zelfs echte fotomodellen en liet hen geduldig in de camera kijken. Een actie die respect verdient, want dat valt nog niet mee. De tentoonstelling opent met haar niet minder dan majestueuze poezen.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Ze bevinden zich in goed gezelschap: van katten van Picasso, Kees van Dongen en Karel Appel. De Ingekleurde kat van laatstgenoemde is een bont Gremlinachtig exemplaar. Net zo kleurrijk, maar een stuk lieflijker zijn de vrolijke katten van Walasse Sing. Zwart, wit, rood, paars, geel; net als in het echt hebben katten in de kunst vele gezichten. Ze hebben niet alleen negen levens, maar ook minstens zoveel gedaanten.
De Kunsthal speelt met de gevarieerde expositie in op de ongekende populariteit van het eigengereide huisdier. Het internet staat vol met aandoenlijke foto’s, filmpjes en gifjes van poezen. De aloude uitdrukking ‘Ben je boos, pluk een roos…’, lijkt te zijn ingeruild voor ‘Ben je sip, kijk een kattenclip’.
En dat kan volop in een tot kattentuin omgebouwde ruimte. Verstopt in de ‘struiken’ bevinden zich beeldschermen waarop tientallen internetkatten voorbijkomen. Ze zijn grappig, ontroerend en soms ook ronduit gemeen. De goed beschutte tuin is behangen met reclameposters waarop katten uiteenlopende zaken aanprrrrrijzen.
Speeltoestellen geven kinderen de kans heel even te ervaren hoe het is een kat te zijn. Verderop, buiten de tuin, doet die kans zich ook voor, in de vorm van heuse kattenluikjes. Die ook groot genoeg bleken voor volwassen tweevoeters.
Kattenliefde is een echte familietentoonstelling; dat merk je ook aan de toegankelijke zaalteksten. Het bordje bij Karel Appels chagrijnige kat meldt bijvoorbeeld: “We hebben wel een donkerbruin vermoeden dat zijn kat die dag een niet zo’n best humeur had. Vermoedelijk door iets wat Karel nu weer gedaan had. Want ja, katten hebben stemmingswisselingen.”
Kattenliefhebbers die ook even hun dag niet hebben (bijvoorbeeld door iets wat hun kat nu weer gedaan heeft), zouden een bezoekje aan de Kunsthal kunnen overwegen. Deze tentoonstelling vrolijkt hen namelijk gegarandeerd weer op.
Kattenliefde – Negen levens in de kunst, t/m 14 januari 2018 in de Kunsthal, Rotterdam
Waardering: @@@@@@@@@@