Menigeen heeft nu wel een spelcomputer in huis, maar ooit moest je voor een videospel naar een snackbar of speelhal. In grote kasten gingen nieuwe avontuurlijke werelden voor de speler open. Die tijd herleeft in het Nationaal Videogame Museum, dat gisteren opende in Zoetermeer.
Het Nationaal Videogame Museum moet de ‘place to be’ worden voor iedereen die meer wil weten over de geschiedenis, maatschappelijke en culturele kant van videogames. En natuurlijk kunnen bezoekers volop gamen. Want een museum dat zich op games richt moet interactief zijn, vindt Marinus Kuivenhoven, voorzitter van Stichting Nationaal Videogame Museum.
“Normaliter moeten musea interactieve elementen toevoegen om in trek te komen, zeker bij de jeugd. Maar bij ons is alles juist al interactief”, vult initiatiefnemer Hasan Tasdemir aan.
Een rondgang voert het publiek eerst door verschillende stijlkamers die vervlogen tijden in herinnering brengen. Daar staan games uit verschillende decennia opgesteld in de sfeer van toen. In dit museum geldt: aanraken mag. Alle games zijn speelbaar.
Wie zich echt wil uitleven, kan terecht in een tot arcadehal omgebouwde ruimte. Alle games staan elke dag op free play, wat betekent dat er geen muntjes in hoeven. Iedere bezoeker betaalt bij binnenkomst entree voor een korte tour (1 uur voor 5 euro), een mediumtour (3 uur voor 10 euro) of de maximale tour (hele dag voor 15 euro).
Behalve bij verleden en heden staat het nieuwe museum ook stil bij de toekomst. In het GameLab kunnen gameontwikkelaars en gamers hun toekomstvisie tonen en delen. Ook is daar gamekunst te bewonderen. Momenteel toont de Nederlandse gamekunstenaar Daniël Ernst er zijn werk.
Nationaal Videogame Museum, nu open in Zoetermeer