Het Fries Museum heeft zijn collectie uitgebreid met haarlokjes, foto’s en persoonlijke bezittingen van Mata Hari’s kinderen. De aankopen zijn afkomstig uit de privécollectie van nazaten van haar ex-man John MacLeod. Een selectie is per direct te zien in de tentoonstelling Mata Hari: de mythe en het meisje.
Enkele jaren voordat Margaretha Geertruida Zelle in Parijs furore maakte als de exotische Mata Hari, woonde zij met haar man John MacLeod, zoontje Norman en dochter Non in Nederlands-Indië. Daar overleed Norman in 1899 op tweejarige leeftijd. Vlak voor de begrafenis knipte John een haarlokje van zijn overleden zoontje af.
Hij borg deze op in een enveloppe en schreef daarop: “Haar van mijn eenige jongen afgeknipt in zijn kistje. 28 juni 1899. Opgeborgen 27 december 1899.” De enveloppe, het haarlokje en nog enkele andere voorwerpen omtrent de begrafenis van Norman zijn nu te zien in de tentoonstelling.
Dochter Non doorliep na de scheiding van haar ouders de Hogere Burgerschool in Arnhem en studeerde af als docent Nederlands. Op 10 augustus 1919, twee jaar na de executie van haar moeder, overleed ze plotseling. Ze stond op het punt als lerares naar Nederlands-Indië af te reizen.
Kort daarvoor had ze nog foto’s laten maken, die een dag na haar dood werden bezorgd. Deze foto’s, voorzien van een persoonlijke boodschap van haar vader zijn ook opgenomen in de expositie. Samen met foto’s van haar jeugdjaren, haar overlijdensadvertentie en een aantal persoonlijke bezittingen.
Mata Hari: de mythe en het meisje is de grootste Mata Hari-tentoonstelling ooit. Aan de hand van persoonlijke bezittingen, foto’s, plakboeken, brieven en militaire dossiers ontmoeten de bezoekers Margaretha Zelle. Ze reizen met haar mee van haar geboortestad Leeuwarden naar Nederlands-Indië, beleven haar glorieuze opkomst in de danstheaters van Parijs en ontdekken het web vol van intriges waar ze tijdens de Eerste Wereldoorlog in verstrikt raakte.
Mata Hari: de mythe en het meisje, t/m 2 april in het Fries Museum, Leeuwarden