Marius van Dokkum wist precies door wie hij zijn museum wilde laten openen: André van Duin. “We hebben dezelfde soort humor.” De komiek had daar wel oren naar en gaf afgelopen vrijdag, tussen de buien door, een humoristische toespraak over het nieuwste museum van Nederland: het Marius van Dokkum Museum in Harderwijk.
Tekst en foto’s: Evert-Jan Pol
Van Duin had foto’s van schilderijen willen projecteren, maar de organisatie had dat verkeerd begrepen en een zwart in plaats van een wit doek opgehangen, grapte hij, verwijzend naar het doek dat de naam van het museum verhulde. En dus vertelde hij met de catalogus in de hand over het werk van de kunstenaar. Over de alledaagse, vaak grappige situaties waar Van Dokkums schilderijen bol van staan. En ook over de peren, die wel heel veel op mensen lijken.
De komiek kende de kunstenaar niet, gaf hij eerlijk toe. Toch hoefde hij niet lang na te denken over het verzoek het museum te openen. De hem toegestuurde catalogus maakte hem aan het lachen. En dat overkwam hem niet heel vaak tijdens het kijken naar kunst.
Dat Van Duin nog nooit van Marius van Dokkum had gehoord, is niet heel vreemd. Hij is ook niet de bekendste kunstenaar van het land, en daarom is het extra bijzonder dat een museum zijn naam draagt. Sterker nog: hij is in Nederland de enige nog levende kunstenaar met een eigen geregistreerd museum.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
Het idee ontstond na afloop van de zeer goed ontvangen tentoonstelling van Van Dokkum in Stadsmuseum Harderwijk in 2015. De schilder had al enige tijd de wens zijn collectie op één plek onder te brengen en het grote succes van de expositie bracht die opeens snel dichterbij. Directeur Corien van der Meulen stelde een eigen museum voor, in de Snijcamer, ooit onderdeel van de voormalige Universiteit van Gelderland.
Dat gebouw bleek te koop te staan, tot grote schrik van burgemeester Van Schaik, bekende deze tijdens de opening van het museum. Dit pand had zo’n belangrijke plek in de geschiedenis van de stad dat het een openbare functie moest hebben, vond hij. Het idee van Van der Meulen er een museum in te vestigen, kwam dan ook als geroepen.
(Tekst gaat verder onder de foto’s)
De ruimte was ooit het toneel voor anatomische lessen, zoals we die wel kennen uit het werk van onder anderen Rembrandt. Van Dokkum beeldde ook zo’n les uit, en gaf daar een geheel eigen draai aan. De eerder genoemde peren met menselijke trekjes zijn hier de chirurgen en proefkonijn, pardon, proefpeer. De kunstenaar had niet kunnen vermoeden dat dit schilderij nog eens een permanente plek zou krijgen op zo’n toepasselijke locatie.
Hoewel het speciaal voor het gebouw gemaakt lijkt, is dat dus niet zo. Dat is anders bij een groot doek in de eerste expositiezaal. Ook deze voorstelling is hier helemaal op haar plek, want ze toont bezoekers van een museum. Enkelen kijken hun tegenhangers aan de andere kant van de lijst recht aan. Één man maakt zelfs een foto.
De kijker voelt zich bekeken, maar moet ook lachen, zoals wel vaker bij de schilderijen van Van Dokkum (1957). Het werk is niet zelden grappig, maar heeft soms ook een boodschap. Het schilderij Groen! bevat lichte kritiek op het huidige gebruik van mobiele telefoons. Het hoofdpersonage is verdiept in haar mobieltje en ziet niet dat het verkeerslicht niet meer op rood staat.
Het Marius van Dokkum Museum toont, als dependance van Stadsmuseum Harderwijk, nog veel meer van dit soort schilderijen met een knipoog. Zelfs het toilet is om vrolijk van te worden. Of zoals André van Duin het tijdens de opening uitdrukte: “Hoe verzin je het?”.
Marius van Dokkum Museum, Academiestraat 7, Harderwijk (de schilder zelf is minimaal één keer per week aanwezig om in zijn atelier te schilderen)