Marcel Duchamp was de man die in 1917 het urinoir tot kunst verhief door een exemplaar in te zenden naar een tentoonstelling in New York. Dat vermelden de (kunst)geschiedenisboeken in ieder geval. Maar klopt dit wel? Het Nederlandse tijdschrift See All This denkt van niet; het echte brein erachter zou een vrouw zijn, en wel Elsa von Freytag-Loringhoven. Dat schrijft het kunstmagazine in het nieuwste nummer, dat morgen verschijnt.
De porseleinen ‘pispot’ werd ingebracht in de expositie van de Society of Independent Artists. Deze vond plaats van 10 april tot en met 6 mei 1917. Iedereen die 6 dollar betaalde, mocht een werk exposeren. Toch weigerde de organisatie het urinoir omdat deze ‘banaliteit’ haar veel te ver ging. Een foto van Alfred Stieglitz maakte het stuk echter tot een icoon dat de kunstwereld op haar kop zette.
Volgens het signatuur was de maker R. Mutt, maar wie achter die naam schuilging, was op dat moment onbekend. Pas in 1935 werd er een naam aan gekoppeld. Volgens schrijver André Breton ging het hier om de Franse kunstenaar Marcel Duchamp. Deze hield zich in eerste instantie stil, maar in de jaren zestig bracht hij verhalen de wereld in die moesten bevestigen dat het inderdaad zijn werk was.
Zelfs toen in 1982 een brief opdook waaruit iets anders bleek, bleef Duchamp te boek staan als de bedenker. En dat terwijl de schrijver van die brief uit 11 april 1917 Marcel Duchamp zelf was. Aan zijn zus Suzanne schreef hij dat een van zijn vriendinnen een urinoir had ingezonden voor de tentoonstelling.
Volgens vier prominente wetenschappers en kunstcritici was deze vriendin de Dada-kunstenaar Elsa von Freytag-Loringhoven. Een belangrijk argument is dat zij in 1917, hetzelfde jaar waarin de tentoonstelling plaatsvond, een sculptuur van een rioolpijp maakte, dat exact op het urinoir leek te passen.
Waarom heeft ze dan zelf nooit aangegeven de maker te zijn van Fountain, zoals het urinoir inmiddels is gedoopt, is de vraag. Het antwoordt luidt: ze kreeg daar nooit de kans voor. Ze was namelijk al overleden toen Breton het werk in 1935 aan Duchamp toeschreef. Ze stierf in 1927, op 53-jarige leeftijd.
See All This geeft haar nu de eer die ze volgens het tijdschrift verdient. Het nummer dat morgen verschijnt, staat in het teken van 99 belangrijke vrouwen uit de kunstwereld. Onder wie dus Von Freytag-Loringhoven, die daarin het predicaat Oermoeder van de moderne kunst krijgt.