0
0
Vroeger was het een heel normaal verschijnsel: eenmaal per week hing uit het raam van menig woning het beddengoed te luchten. Ook het Stedelijk Museum in Amsterdam lijkt zijn bedden te verschonen. Uit vensters aan de Paulus Potterstraat wapperen witte kussens en lakens.
Nee, het museum is niet plots een hotel geworden; het gaat hier om een installatie van kunstenaar Marinus Boezem: Beddengoed uit de ramen van het Stedelijk Museum. Hij maakte die in 1969 speciaal voor de tentoonstelling Op losse schroeven. Uit alle ramen van de voorgevel liet hij destijds kussens en lakens hangen, om “een frisse wind door het museum te laten waaien”.
Marinus Boezem (1934) is één van de grondleggers van de conceptuele kunst in Nederland. Hij eigent zich in zijn werk regelmatig immateriële zaken toe, zoals de wind of het weer. Zo stelde hij in 1960 een stuk polderlandschap tentoon en signeerde hij in 1969 de hemel door een reclamevliegtuigje zijn naam met condensatiestrepen in de lucht te laten schrijven.
De schets voor Beddengoed uit de ramen van het Stedelijk Museum hangt in het Stedelijk en is volgens conservator Leontine Coelewij een van de hoogtepunten uit de collectie. “Het is heel bijzonder dat het nu wordt uitgevoerd, precies zoals de kunstenaar het heeft bedoeld.”
Ditmaal maakt de installatie deel uit van de tentoonstelling Amsterdam Magisch Centrum. Het Stedelijk kijkt daarin terug op een reeks historische happenings, evenementen en conceptuele kunstwerken die in de jaren 1967 tot 1970 in Amsterdam tot stand kwamen of te zien waren, vaak met de stad als decor. Zoals de kerstboom van Wim T. Schippers die midden in de zomer op het Leidseplein stond.
Amsterdam magisch centrum – Kunst en tegencultuur 1967–1970, 7 juli 2018 t/m 6 jan 2019 in Stedelijk Museum, Amsterdam
